Ad Interim. Jaargang 6(1949)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Uit en thuis Michel van der Plas I Canterbury Cathedral voor Robert Speaight Vorsten en bisschoppen zien, even grijs van wijsheid als de wolken, minzaam neer op de jongens die vlakbij in het gras als dwergen cricketen rond Gulliver. Binnen waaien de kaarsen uit omdat de wind door stukke ramen vliegt, en God zal ook wel huiveren als 's avonds laat het koor in de completen zingt van nood. Op het altaar bleef zelfs geen spoor van bloed, maar wie kan blijven dromen, zwere dat Sint Thomas 's nachts met T.S. Eliot, heen en weer lopend in het middenpad, niet grijs meer, maar wonderlijk licht van leed, discussiëert over de eeuwigheid. [pagina 50] [p. 50] II Weimarstraat 314 De dode dingen staan tussen een leven van ongenade zonder tegenstand. Soms gaat de bel over, soms niet. De krant ligt op de toonbank om een uur of zeven. Hoedendozen houden het hoofd geheven, droomspiegels staren naar de overkant, lezen door: vaste prijzen, à contant - lezen of nooit iets heiligers werd geschreven. Leven is hier een naakt, somber vermoeden over het ingetogen zelfbedwang van Edmond Niessen, Herenmodes, Hoeden, over zijn eeuwige aftocht naar de gang. Soms vraagt men om 33 53 39. Eèns zal 't de dood zijn, maar dat blijft verzwegen. Vorige Volgende