Ad Interim. Jaargang 5(1948)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] Ballade voor Cella Meisje dat aan mijn zijde gaat (ik wil je meisje blijven noemen), meisje dat alles gadeslaat, zie naar de huiverende bloemen, hoor hoe bedeesd de bijen zoemen maar hoe gestáág de toren slaat: dit is een veld en dat zijn bomen, en niets duurt korter dan een lach en ephemeer zijn onze dromen: wij sterven iedere dag... Ik ken je slechts van overdag, ik ken je niet van zoele nachten; je haren die ik strelen mag zijn 's avonds zeker lichter, zachter. Nog zijn wij slechts tot spel bij machte en niets duurt korter dan een lach: maar er is iets dat steeds verandert in dit te argeloos getij, en zie: dit pozen bij elkander is pozen bij een mijmerij. Meisje dat door de velden gaat: vanavond is de vlinder dood; meisje dat alles gadeslaat, vanavond sterft het avondrood, vanavond breken wij het brood dat nog op tafel staat, maar of er morgen iets zal zijn - vraag het de nachtegaal die fantaseert op een refrein en 't omvormt tot een nieuw verhaal. [pagina 103] [p. 103] Doch loop niet sneller door dit veld, en wijk niet uit voor tere bloemen, want alles is gewikt, geteld en er zijn vier seizoenen, en altijd nieuw zijn onze zoenen, en nieuw wordt wat zácht wordt verteld - doch wat wij van het leven leefden, dat heeft de dood reeds in zijn macht: de vogel valt, hoe ver hij zweefde, wij sterven iedere dag... Ik ken je slechts van overdag. Als ik je van de nacht zal kennen en zie wat God bij 't scheppen zag, zal ik het leven niet ontkennen en jou noch de eeuwigheid ontwennen. Doch niets duurt korter dan een lach, het hemelblauw deinst steeds voor regen, en herfst hurkt achter dit seizoen, wij gaan langs doodgewijde wegen en plukken een gedoemde bloem. Princes die aan mijn zijde gaat, Prins Jezus dien de engelen roemen: wanneer Gij beiden mij verlaat dan zijn er niet meer vier seizoenen. Princes, laat mij je meisje noemen wijl 't hart slechts deze naam verstaat: wat jij mij toezegt voor het leven is meer dan ik bezingen mag - en al wordt ons ook méér gegeven, wij sterven iedere dag... Michel van der Plas Vorige Volgende