Ad Interim. Jaargang 5(1948)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] Herfst De blaren reegnen in de regen mee, het bruin gazon draagt nu verguld op snee, dat bruin doorlichtend als het bruin van gember, O gouden regenende weemoed van November. De wind, ontzaglijk waaiend aan mijn raam, drijft daar bruut-speels de pimpelmezen saam, Waait een koraal van regen en geruis in Dorische eentonigheid over mijn huis. O al die blaren, dwarlend, kruis en munt, strepen een raster op mijn raam en uitgedund daarin de bomen, scheiend met de wind, die tandenknarsend neervaart in het grint. Ab Visser Vorige Volgende