Ad Interim. Jaargang 4
(1947)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTen afscheidGa naar voetnoot*De toespraak aan de groeve kan smartelijk maar kort zijn. Met dit nr. 26 verdwijnt, voorloopig voor eeuwig, het veertiendaagsch orgaan, De Nieuwe Kroniek, dat in de prilheid zijner jeugd reeds velen ten vreugd, misschien ook een enkele ten ergernis was. En, helaas, den meesten onverschillig liet, anders waren deszelfs abonné's niet tot een paar honderd geslonken. Het is deze onverschilligheid, die des kinds levensader afsnijdt, een laakbare onverschilligheid, die geeneens acht gulden voor een Idealisme over heeft, dat in ons orgaan als bij zich zelven thuis was. Of waren wij niet ten eenenmale onafhankelijk en zeiden wij niet, in nummer op nummer, aan de Menschheid De Waarheid, zelfs buiten | |
[pagina 287]
| |
abonnement om? Het is waar, dat men, vooral in den aanvang, eenigszins nonchalant met den Lezer heeft omgesprongen. Om Hem te gewennen aan het supprimeeren der Alinea (een onzer aanvankelijke Principes) beloofden wij hem woeste kampstrijden - als van wilde dieren in een arena - tusschen een aanzienlijk getal voorlieden onzer cultuur. Ik behoef hunne namen niet te noemen: zij prijkten van den aanvang af aan het hoofd van dit blad. Maar ongelukkiglijk ook nergens anders. Dit beteekent, dat de arena wel netjes met wit zand bestrooid en matig besproeid gereed lag, doch dat de wilde Bestien (als ik mij zoo mag uitdrukken) nauwelijks hun neuzen lieten zien. Of misschien lieten zij zich ook een oogenblik heelemaal zien, eer zij, sierlijk met de staarten wuivend, weer in hun comfortable holen verdwenen, om niet terug te keeren. De ondernemers van den circus hebben toen om het publiek niet geheel te dupeeren, wel vaak rare kermisgasten in de tent moeten halen, wier prestaties inderdaad het entreegeld niet waard bleken. En toen het eindelijk wat beter ging, er tenminste lieden met gedresseerde schildpadden en speenvarkens kwamen optreden, bleek de publieke belangstelling al te zeer verloopen, ook in verband met de ‘dure tijden’. En nu sluiten we, en er zal zelfs geen bioscoop, noch een macabre poppekast in ons gebouw gevestigd worden. En het zal jammer zijn van ons, ook met het oog op het a.s. jubileum van H.M. de Koningin, als wanneer menigeen verlangen zal een redelijk en stichtend woord te hooren, dat alsdan ontbreken zal in de alsdan onredelijk en onstichtelijk geworden wereld. Er ligt bovendien nog een gansch programma - zuiver idealistischen kost - dat onafgedaan blijft en der Menschheid onthouden, die het zelf maar weten moet. Wij zouden nog schrijven over de hooge dividenden van 1922, over de onontbeerlijkheid der boerenkermissen, over het funeste van een Wybrands, over het eerste collegejaar van prof. De Sopper, over Dalmeijers Efficiency-cursussen, | |
[pagina 288]
| |
over de slooping van het Koninklijk Paleis als oplossing van het Damvraagstuk, over phantaisie in de gemeentestukken, over mr. De Graaf en het Bevolkingsvraagstuk en... nog over veel anders, dat wij zelfs niet noemen durven. Vraagt men ons nu in gemoede - wat men niet doet - of een blad als dit, maar anders, dan geheel onbestaanbaar zij, zoo antwoorden wij, even gemoedelijk, wèl te gelooven aan het bescheiden succes van een blad, dat geen blad voor zijn mond neemt, mits er een beetje oplettendheid, geest en zorg aan besteed wordt en mits het de verantwoordelijkheid beseffe bij de eenigszins belangrijke gebeurtenissen een, zij het ook niet grooten, mond open te doen en den trouwen abonné niet in den steek te laten. Met een enkel door H.H. Adverteerders betaald hoofdartikel, zal zich zoo een blad best kunnen bedruipen en zelfs de advertenties van masseuses of deskundigen in occulte zaken kunnen afwijzen. Het voornaamste zal echter altijd blijven een goede Colporteur, zoowel voor abonné's als voor advertenties, en het zou zelfs wenschelijk zijn die persoon in de redactie op te nemen tot het plegen van ‘georganiseerd overleg’, en het behoud eener gematigde onafhankelijkheid. Laten oprichters van volgende bladen deze lessen ter harte nemen. Onafhankelijkheid zonder advertenties is niks gedaan. 1923 |
|