ren, zonder dat de Overheid er weet van heeft. Dat was zoo tenminste vroeger, de Officieele Vlagen van Zedelijkheid waren onberekenbaar, maar gewoonlijk gauw voorbij. Thans echter, bij dit geval, staat de zaak bedenkelijker, zegt men. Het zou hier niet enkel een ordelooze aanval van politiemoraliteit gelden, een soort officieele kramptrekking, gevolg van vaag, doch altijd te waardeeren, plichtsbesef, maar deze inbeslagneming, verzekert men, is uiting van dezelfde regeeringsbemoeienis, die de Ned. Opera wil subsidieeren en Kloos een pensioen verleende. Zij is slechts de
negatieve, en - erkennen wij! - bezwaarlijke kant er van. Voortaan zal er streng op de zedelijkheid in den roman worden toegezien. Een uitgebreid bureau van droogstoppels zal de literatuur van den dag, binnen- als buitenlandsche, keuren en slechts het zedelijke behouden, waarvoor dan een Deugdprijs wordt ingesteld. Daar men echter in den laatsten tijd zich bewust werd, dat het zedelijke niet altijd, noch voor allen, gelijk blijft, zullen elke maand vanwege het ministerie van Schoone Kunsten de nieuwe Zedelijkheidstarieven worden openbaar gemaakt: een soort maximum-onzedelijkheid dus, waarboven de auteurs niet zullen mogen gaan... Wie daar beneden blijft, zal echter zijn boeken zien aangekocht voor de wees- en oude-mannenhuizen en krijgt geregeld elke twee jaar een kostbaarder eeremedaille... Op deze wijze kunnen de Nederlanders weer worden, wat zij vroeger altijd waren: een hoog zedelijk volk, dat de kat nimmer anders dan in 't donker kneep.
1919