ijver onder Geloovigen, die bij het Heilige Graf zelf door de Ongeloovige bajonetten bedwongen placht te worden. Men kan dus denken, hoe zij er nu zullen vechten, nu alle Geloovigen hetzelfde volle recht hebben.
Met Vrede op Aarde wordt dan klaarblijkelijk ook niet deze vrede in Jeruzalem bedoeld, doch waarschijnlijk de vrede, dien de Russische revolutionnairen brengen willen. Zoo er Vredesengelen op aarde mogelijk zijn, geloof ik van harte, dat deze behaarde Mongolen op Hen moeten lijken. Vanwege hun groothartig, hun goddelijk argeloos bedoelen en grandiose gespeendheid van alle menschenkennis. Hebben zij niet maar even het privaat bezit en alle onderscheidingen afgeschaft? Heeft niet Trotsky de geallieerde regeeringen dreigend gesommeerd, als zij dan niet vrede willen sluiten, maar eens openlijk te zeggen wààrom zij nog oorlogen? Er is weinig meer noodig, geloof ik, om een mensch tot Engel te promoveeren, indien hij deze dingen ernstig meent en ze als machthebber wil doorvoeren. Of is zoodanige mensch van zondig opportunistische, practische levenswijsheid en zelfs van de elementairste zelfkennis niet ganschelijk onbesmet? Hij neemt b.v. aan, dat een maatschappij zonder onderscheidingen bestaan kan, en de Mensch niet hebzuchtig noch afgunstig is. Om van den Boer niet te spreken. En ook weet hij niet, dat woorden en beweringen goedkoop zijn, voor geallieerde regeeringen zoowel als voor centrale. Om al deze argeloosheden echter zullen deze Russische utopisten den Hemel beërven, wat hun te pas kan komen tegen den tijd, dat de Aarde zich voor hen ongastvrij betoont. Hetgeen, helaas, te verwachten valt, indien zij niet gauw ten minste de Russische renten betalen. Maar in elk geval zullen zij der wereld met een sedert ruim honderd jaren ongezien schouwspel hebben verrijkt. Eerlijke, kinderlijke menschen, die het Rijk van Recht, Waarheid en Vrede wilden grondvesten. Wel ons, dat wij het hebben mogen zien! Wee ons, dat wij het niet geloofden! Wij allen dan behalve den heer Wijnkoop en