zekere komeet weet te vermijden. En zelfs, mocht dit ongeval zich voordoen, dan zal er in en voor de Wereld nog niets overstuur zijn, hoezeer wij menschen het misschien pijnlijk aan den lijve gevoelen.
Maar dit alles is in 't algemeen, heel in 't algemeen van ons redelijk beseffen. Wij zijn echter ook gevoelsmenschen, menschen van onzen eigen tijd en land en hebben maar bij oogenblikken met de eeuwigheid te maken. Men zou kunnen zeggen: enkel in onze vrije oogenblikken. Voor het gewone, dagelijksche leven mogen wij ons gevoel gelooven, als het jammert om zooveel, dat reddeloos verloren ging in deze catastrophe. Dan geldt enkel de maatstaf van ons tegenwoordig leven, van den huidigen staat der dingen en der menschen. Dan beteekent elke stukgeschoten brug zooveel nutteloos gedanen arbeid en verspild vernuft en elke doodgeschoten mensch een aantasting van het hoogste recht, een vernietiging van onze eigen levenszekerheid. En binnen den beperkten horizont van onzen persoonlijken levensduur zijn die indrukken waarschijnlijk onuitwischbaar en heeft onze beschaving dienovereenkomstig geleden. De tegenwoordige geslachten, voor zoover zij tot oordeel kwamen, zullen deze dingen nooit meer geheel kunnen vergeten en vooral hun geestelijk leven zal er de sporen van blijven dragen in een twijfelmoedigheid en smartelijk ongeloof aan de menschelijke hoogheid en de vastheid van zedelijke waarden.
Zou dat voor de meerderheid van ons menschen, die toch van natuur geen wijzen zijn, niet cynisme ofwel vermindering van beschaving beduiden?
1915