king tot Taks werkzaamheid in zijn blad De Kroniek, waar hij als redacteur inderdaad jaren lang een zeer eigenaardige positie innam tegenover zijn vele trouwe lezers.
Oorspronkelijk, wete men, was De Kroniek zeker niet alleen opgericht om Tak als spreektribune te dienen. Hij werd redacteur als de eenig-mogelijke voor een blad als dit, als een man van de practijk, die precies wist hoe zulke ondernemingen te leiden en die bovendien de onmisbare politiek in dit Algemeen Weekblad waardiglijk vertegenwoordigen kon. Doch de eigenlijke bedoelingen der oprichters lagen op kunstgebied. De beeldende kunsten, de muziek, het tooneel, de letteren te hervormen en deze waarlijk te maken tot factoren eener meer waarachtige beschaving... niet zoo heel veel minder of lager bedoelde de vurige jonge moed dezer oprichters; een meer algemeen en groot-menschelijker voortzetting van het werk door de Nieuwe Gids begonnen.
Maar toen het publiek voor deze ingrijpende hervormingen weinig ontvankelijk bleek, de geheele beweging een weinig over de hoofden der zeer schaarsche abonné's in het ijle bleek te vergaan en allerlei stemmen aandrongen op redactioneele daden, die wat lager bij den grond bleven en dus practischer waren, kwam Tak er allengs toe zijn politieke hoofdartikelen die dadelijk zeer gewild schenen, te vermenigvuldigen.
Ook al omdat andere hoofdartikelen op den duur wel eens uitbleven en over het geheel de idealen der oprichters en hun kracht ter verwezenlijking niet in evenredigheid waren. Immers in een heel kort tijdverloop zakte die hooge opzet, waarmee het blad was begonnen, ineen als een Babelsche toren van koekedeeg, maar de meeste lezers merkten het zelfs haast niet, omdat de aanval bijna reeds voorbij was, eer zij goed begon, terwijl men de kalme losbranding van Taks artikelen-vuur gestadig bleef vernemen. Zonder eenigen schok, onmerkbaar schier en van zelf waren Taks bedoeling en strijdwijze geheel in de plaats gekomen dier