Ad Interim. Jaargang 4(1947)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 184] [p. 184] Madrigaal Hoe zou het laatst adieu niet op mijn lippen dralen Wanneer ik door dat woord in diepste afgrond viel? Adieu mijn leven zelf, adieu mijn tweede ziel, Adieu mijn dierbre zorg, die mij doet ademhalen. Adieu gij blijde kroon, die 't martlaarshoofd mij drukt, Adieu, schoon godenoog, dat mij bevriest en blaakt Adieu, mijn spiegelglas, waarnaar mijn beeltnis haakt, Adieu, door wie ik leef, adieu, juk dat mij bukt! Adieu, kuis, needrig, schoon en eerlijke meesteresse, Adieu de zachte band, waaraan gij mij geleidt De dag van 't afscheid kwam en smaakt als stervenstijd Ontbindt de ketenen van Uw vergulde tressen! Maar eer ik afscheid neem, verhoor mijn laatste bede Neem 't hart dat ik m' ontruk, maar dat Uw kus nog beidt Wil het, tot laatst adieu, onder Uw voet vertreden! Jef Last, naar Ronsard Vorige Volgende