Ad Interim. Jaargang 4(1947)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 129] [p. 129] Verzen bij Calderon's blijspel ‘Past op voor stille waters’ Proloog Het spel, toeschouwers, dat gij hier aanschouwt, is een spel van de liefde, eeuwenoud en tegelijk zoo nieuw en uitgelezen als een spel van verliefden maar kan wezen. Verliefdheid is dat takje espengroen dat maling heeft aan 't wisselend seizoen. Calderon, krijgsman, priester en hofdichter, schreef menig galant blijspel, maar een lichter en zwieriger dan dit bedacht hij niet. Het is alsof hij wilde zeggen: ziet, het was in mijne als in uwe dagen, onstuimig avontuur, listen en lagen; de blaaskaak en de uitverkoren man, die doen kan wat geen ander man doen kan; de liefste met de blossen als mei-rozen die jokken kan zonder blikken of blozen; de hartkloppingen - en het dartel lot, dat met alle berekeningen spot. Het zal wel altijd blijven als het was, zoolang de kwartel hurkt in 't zomergras; verliefde harten zullen altijd bonzen, niet alleen die van anderen, ook de onzen! Entre acte I-II De zaak is deze, dat een gretig man niet steeds wat hij wil krijgen krijgen kan; en de zaak is ook deze: te bedenken dat elke vrouw maar één hart weg kan schenken. [pagina 130] [p. 130] De zaak is verder deze, zij bedenkt zich liefst tweemaal voor zij dat hart wegschenkt. Tenslotte is de zaak dan ook nog deze, dat zij beminnen wil èn bemind wezen. Entre acte II-III Liet men een dichter definities schrijven over de liefde, hij zou schrijven blijven over den smaak dier bitterzoete vruchten, de droomen, de vervoeringen, de zuchten, hoe zij den geest verwart, de stem doet trillen, en misschien schreef hij: liefde is tijdverspillen maar op een wijze die, naar men moet gissen, geen god veroordeelt en geen mensch wil missen. Epiloog Dit spel is uit, maar slechts op deze planken, daarbuiten blijft de liefdeswingerd ranken en draagt bloemen en vruchten ieder uur, oud en jong, arm en rijk, vindt rust noch duur raakt hem de staf aan van dien vreemden staat, die niemands gemoed onbewogen laat, waarin hij dingen die hij nooit zag ziet en dingen die hij altijd zag weer niet. Wonderlijk wat de liefde ons doet ontdekken, is het geen vrouw dan zijn het blauwe plekken, en altijd weer, het zij vroeger of later valt men in 't klaatrend nat of 't stille water. Han G. Hoekstra Vorige Volgende