Ad Interim. Jaargang 4(1947)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 77] [p. 77] Ode O delta van het hart, o stroomgebied, ontvankelijk voor werelds waterstanden, ruischende dubbelmond der vastelanden, ik zoek mij 's nachts een rustplaats aan uw randen, luisterend naar het uitgolvende lied. Tusschen de grauwe poorten van graniet, bewakers uwer ademlooze kreken, hoor ik de woordenreeksen openbreken als schelpen die hun oceanisch spreken prijsgeven aan het oor dat op hen stiet. Getijden rijzen en het deert u niet, getijden vloeien heen en gij blijft zingen binnen het bleeke vlies der schemeringen; zeediepe kolk van de verhevigingen in dit doodsch en verkommerd kustgebied. Ik wil geteisterd worden door uw lied; als een moe vaartuig stranden aan uw pieren, de talen leeren van uw waterdieren of stijgen met den vloed in uw rivieren, o delta van het hart, o stroomgebied. Bert Voeten Vorige Volgende