Ad Interim. Jaargang 4(1947)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] De verliefde grijsaard ‘Dat ééne woord en dat eenvoudige gebaar - die ééne blik uit toegewijde oogen - dat hoofd, in liefde over mij gebogen en het verstilde stroomen van 't ontbonden haar - ik stamel als wie minnen leert op zestien jaar: 't geluk dat andren nog niet wéten mogen, (vogels in een boom; maanlicht in den hooge). Maar nieuw wordt elke dag. Het uitzicht is weer klaar.’ Ook 't uitzicht in de spiegel? Zestig jaren trekken hun sporen diep op lijf en op gelaat, dat zakkig wordt en geel of mager tot de graat. Hoe lang blijft hij nog voor de spiegel staren? De vrouw is al lang heen. Het avondlicht vergaat. Te tasten bleef er niets. Te hooren slechts: te laat. Barend de Goede Vorige Volgende