Ad Interim. Jaargang 3(1946)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 474] [p. 474] Herfst De populieren wuiven in de wind, De zon telt gouden munten in hun blaren, Alsof ze, nu het najaar is, moet sparen Voor als de winter dadelik weer begint. En zwaluwen scheren zo snel voorbij Of het koeriers zijn die zijn uitgezonden Om oovral in de omtrek te verkonden: ‘Maak haast, 't is herfst, en winter is nabij!’ Er hangt iets heel droefgeestigs in de lucht, Alsof er waarheid school in het gerucht Der kraaien dat het nooit meer lente wordt. Maar plotsling zie ik hoe de zon haar geld, Dat zo zorgvuldig scheen tesaamgeteld, Met volle handen in de sloten stort. C. Buddingh' Vorige Volgende