Ad Interim. Jaargang 3(1946)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 399] [p. 399] [Ergens diep in een bosch] Ergens diep in een bosch is een open plek. Daar huilt een katuil met booze stem Tegen een heks in twistgesprek. Boven haar schoorsteen stijgt rook van pek, Netel en doorn, distel en brem. Scheef is haar dak als een paddestoelscherm; 't Hangt over balken van wilg en berk. Wreed zijn haar honden, groot en sterk - Waken voor kelders vol noodgekerm. Ergens hoog op een berg staat een machtig kasteel. Daar dwars doorheen gaat een trap naar een toren. Een afzichtlijke dwerg houdt wacht, nacht en dag. Daar zit in een kamer vol groezelig rag De prinses, die verstand en besef heeft verloren. Ze ziet neer over beken, wuivende boomen; Droomt haar verwarde woelige droomen. Ze lacht niet veel, en 't is droevig te hooren: Een harde, ongevoelige, doode lach. 's Voorjaars ook treurt heur hof, herfstig bruin en geel. - Door de woedende wind waart heur dof beklag. Hendrik de Vries Vorige Volgende