Ad Interim. Jaargang 3(1946)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] Vogelzang Blij is de lucht als 't blauwe meer, het licht trilt op de witte klingen. De krop puilt van het toomeloos zingen en alle halen keeren weer van keereweer en wielewaal, in altoos wijdere kringen. De zon glijdt van den grauwen rand der parelwitte duinravijnen en zwiert in stroomen langs het zand met ongetelde flonkerschijnen: zoo onweerhoudbaar zwelt het lied van wielewaal en kierewiet, kraaloog' en vogelijnen. De krop puilt van den schrillen zang, die trillend uit de keeltjes kwinkelt, maar nooit genoeg, gehaast en lang, totdat de zatte hemel rinkelt door 't lied van lijster, mees en vink en reeds de rosse zon den blink der duinen goud omtinkelt. En alle halen keeren weer, de zon bloedt op de bleeke klingen. De lucht is als het donkere meer verstild en mat door al het zingen van tierelier en wielewaal, van leeuwerik en nachtegaal, dat krimpt in loomere kringen. C.J. Kelk Vorige Volgende