Ad Interim. Jaargang 3(1946)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] Sonnetten (John Masefield) XV Zal onze ziel een vreemde zee invaren, Als 't lichaam sterft, een zee verlaten wijd? Of komen wij als kleine kandelaren In kamers in de stad der eeuwigheid? En zullen wij in 't duister kunnen vinden Vrienden van eens, als onze liefde schijnt Als een lantaren, waar zij taste' als blinden In dat vreemde land waar zelfs geen sterren zijn? Of is 't een slaap, voor eeuwig, onbewust, Waarin geen haan meer kraait, geen klokken luiden? Niets dan één vrede van een stenen rust, Niets dan één ruimte, stil, zonder geluiden, Niets dan één vreugd, aan duizenden gegeven, En toch dezelfde steeds, één vuur, één leven? Vorige Volgende