Ad Interim. Jaargang 2(1945)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 278] [p. 278] Albert Samain Uit: onvoltooide gedichten Al wat jou heeft beroerd maakt mij onrustig en dronken. Al wat een oogwenk in jouw leven heeft geblonken, Je handschoenen, je kousen, je sluier en je hoed, Al wat - batist, satijn of zij - nog blijft bewaren Den geur'gen droom van wat je vleesch was en je haren, Dat is mijn Schat! - Of 'k heil'ge reliquienschrijn Aanraak, tast 'k slechts met vingers, die eerbiedig zijn. Het minst beroeren doet in mij de liefde beven. Buig 'k mij tot hen dan is 't als speur 'k jouw eigen leven. En 't hart, dat zich uitput, aanbiddend de beminde, Dat hart zou, als het vuur, ze wenschen te verslinden! Vertaling: Johan de Molenaar Vorige Volgende