Ad Interim. Jaargang 2(1945)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 226] [p. 226] H. Warren De schim van Poot 't Is 't uur van avondrust in 't herfstgetij Een grote zuiverheid dampt over 't wijde veld Waar nog een volle lach van vrouwen welt Die aardappelen rooien uit de rosse klei. Het bonte vee loeit in de vochtig groene weiden Rondom de hoeven in hun grijze bomenring Een haan slingert zijn kreten en de meiden Rammelen met emmers en de gladde akerring. Van hier en daar uit de omheinde gaarden Klinkt bijlenslag en men draagt manden aan Met rode appels. Het geurt kruidig naar bladen Die langzaam in het lange gras vergaan. Na 't avondeten klimmen luid de knapen Met sterke knuppels in de notelaar De wrange bolsters vallen barstend uit elkaar De kleinen rennen om de buit bijeen te rapen. Men laat de schemer binnen door de kleine ramen Tussen de wingerd van de lage zuidermuur En rookt en rust, praat met een goede buur En ziet de uilen voor hun nachtevlucht verzamen. Vorige Volgende