Ad Interim. Jaargang 2(1945)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 212] [p. 212] Anton van der Vet De waan Wie op het blauwe staal der manestralen het nachtwoord wette voor een nieuw gedicht, het woordmes zette in zijn droomgezicht, de zinnen plette tot zij zijn gezwicht, tot rhythme en rijm zich lieten overhalen, - O, heel de nacht met hijgend ademhalen werd 't zware werk met zucht na zucht verricht en soms ijsberend met de oogen dicht, en soms opspringend naar het blauwe licht was woord na woord te achterhalen - die heeft te morgen, lezend in den valen schemer de woorden rond zijn droomgezicht, zich moedeloos van weer een waan beticht en is doodlijk vermoeid en zeer ontsticht zijn halfje wittebrood gaan halen. Vorige Volgende