Ad Interim. Jaargang 2(1945)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 213] [p. 213] W.F. Hermans Slaap, de verleider, gaat... Slaap, de verleider, gaat als zoo vaak langs haar gewaad. - Hij heet Klaas Vaak. Hij neemt haar oogleden, hij neemt haar mond. Slaat haar wimpers toe, trekt de lippen rond. Hij verft haar wang, regelt den gang van haar adem. - Zij slaapt en is niet meer bang. Slaap, de verleider, slaat zijn arm om haar heen. Zij voelt het wel: hij ontknoopt haar gewaad. Zij vermoedt nauwelijks wat hij bedoelt. Zij lacht, wanneer zijn mond haar stempelt, haar hals, borst, mond. Zij lacht dat het eindelijk komt. Zij bloedt uit haar eeuwige wond. Zij lacht. Zij weet zich ontdaan Van wat zij onwillig beschermde. Het was of haar kind reeds kermde Achter 'n wiegegordijn vandaan. Zij wist: het was van de koude. Hoe was zij ermee begaan! Maar 't was de kwade oude Die de dekens van haar wegvouwde En riep of zij op wou gaan staan. Vorige Volgende