Ad Interim. Jaargang 1(1944)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 94] [p. 94] W.S. Noordhout Sonnet De maat van dit oneindig wijde land van wilgen, populieren, wilgen en van eiken, de slag, waarmee een sterke, bruine hand de riemen in het water neer doet strijken, de rust, waarmee de wolken rand na rand opschuiven over slingerende dijken, de maat van dit oneindig wijde land, waarvan de einders naar den hemel wijken; dit is de maat, waarop ik had gedacht, tussen een sterk, eenvoudig-vroom geslacht, voorgoed in dit schoon land te willen leven. Maar al wordt dit geluk mij niet gegeven, genoeg zal mij, nu 'k jou heb, zijn gebleven: ogen, waarin heel Hollands hemel lacht. Vorige Volgende