Ad Interim. Jaargang 1(1944)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 63] [p. 63] Jorge Carrera Andrade (Ecuador) Groet aan de havens Man van Ecuador, vrachtrijder, boer van grond geverfd door twee klimaten, geleider van het vee door de gebergten, verkoper van het zeebanket en van bananen daar aan de kust bezoomd met lichtjes en met masten, gij kweker van de rubberboom en meester van de kano's op de Amazone, een groet zend ik u van de havens uit deez' gefabriekte landouwen! Amsterdam van chocolade: boten net als klompen in het tuinlijke kanaal, geverfde en propere huizekens lijk dienstmeisjes welopgevoed, daarbij een air van veel bedrevenheid in tuinbouw. Hamburg, gans met sneeuw versuikerd en een pijp gestoken in de Elbe-mond, de zeetaal van de gillerige kranen en heel de maritieme blijdschap der werven die koloniën stichten. Marseille van de helgeverfde boten met kleuren van de pakken der gekleurde mannen; visverkopers die de liedjes kennen van alle vijf de wijde werelddelen, en waar op tafels afrikaanse ananassen prijken naast de cosmopolitische meloen; waar zwarte olijven, en wat de bodem van de zeeën voortbrengt, bereid zijn tot conserven. Koorddansers-treinen op de aangescherpte bruggen van de nacht. 't Konvooi trekt over de cascade van de dageraad. [pagina 64] [p. 64] Hier is tot aan de helft des hemels, Parijs, de eerste haven van de mensen: de Seine-kaden met hun visserij van boeken, het Luxembourg, een paradijs van voedsters; de Eiffel-toren, de giraf der torens. Mijn groet zingt bij 't geronk der vliegmachines van de internationale lente, horend hoe 't kostlijk hemelhout doorzaagd wordt. Op het lijnennet der treinen van het Westen ben ik een employé der Wereldregistratie, die aan mijn raampje ijverig noteert geboorte en overlijden van de horizonnen, in mijn pijp de grenzen aansteek vóór de bibliotheek der vele dorpsdaken, en de cirkeling van mijn bloed bemeester met de hartslag van 't heelal. Vorige Volgende