Ad Interim. Jaargang 1(1944)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] Jan Engelman De voorsmaak Het voorjaar dat wij nimmer meer vergeten, de bloem die geurde in 't beminde haar - en van het leven dit ontstellend weten: wij blijven korter dan een leven bij elkaar. De vlinder die ik achtloos heb vertreden, de ster die aan den hemel stralen schiet, zij zweven altijd in een zalig Heden, verganklijk zijn zij, maar zij wéten niet. Aan menschen is dit zwaarste opgeladen: een eeuwig hunkeren, een kennis en een pijn, wijl in de vluchtigheid der teêrste daden genot en droomen onverzoenbaar zijn. De wijn wordt langzaam in het glas geschonken, de waterwel vloeit uit tot een rivier, - met dieper spiegels heeft het oog geblonken dat éven aarzelt tusschen ginds en hier. Onzichtbre vleugels die ons zijn gegeven, onhoorbre stem die tot de bruiloft noodt, wij zijn om u met bitterheid doorweven, met bitterheid en voorsmaak van den dood. Vorige Volgende