Ad Interim. Jaargang 1(1944)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] Leopoldo Marechal (Argentina) Van den mens, zijn kleur, zijn klank, zijn dood 1 Onze in strijd geraakte talen worden lofzang van de dag. De nieuwe dag die vorm draagt van een vaas: en met onze muziek zich vullen wil. Licht zijn wij, en in onze dans vermoeit zich de aarde niet. Vereend gaan wij, als hoge aar van dampen. [pagina 6] [p. 6] 2 Wij wannen woorden. Op de wegen van de vrouw en van den man wast, juist gelijk een wind, de vrouw. ‘Zuiver is 't verkeer der wapens in de middag - zeiden wij - zij maaien nooit de ganse oogst!’ Zo is ons bloed hier in de zon de allerroodste roos... Geluid des mensen, kleur des mensen, laat ons in de dag die macht doen wortel schieten! De nieuwe dag, die vorm draagt van een vaas: en zich met onze kleur wil vullen. [pagina 7] [p. 7] 3 Maar aan het einde zeggen wij: ‘We zijn van vreemde kleur, en onze voet bleef bij de aarde en haar dans verwijlen. De tijd hief handen van den oogster, wij zijn een damp die 't vaderland des damps zoekt.’ 4 Zo zingen wij ten slot, en 't is een lofzang van de dag. De nieuwe dag, die vorm draagt van een vaas: en zich vervullen wil met onze dood. Vorige Volgende