Acta Neerlandica 8
(2011)– [tijdschrift] Acta Neerlandica– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 175]
| |
Gábor Pusztai
| |
[pagina 176]
| |
van de steden met een protestants verleden in het oosten van Hongarije. Maar het is nog niet met zekerheid te zeggen om welke stad het precies gaat, en de schrijfster laat jammer genoeg na de naam van de plaats te noemen. Enkele regels verder wordt het raadsel echter opgelost. Het is er niet veel te zien voor een vreemdeling - máár het is Pali's jeugdstad. Hij laat me de reusachtige nieuwe kliniek zien, geweldig gebouwen complex voorzien met de allermodernste inrichting, die professoren uit alle werelddelen trekt. Hij brengt me door grappig ouderwetse kronkelstraatjes, hij wijst me het gymnasium, waar hij en Béla zijn school gegaan - en de oude Jood, bij wie ze beiden hun boeken verpanden - en het plantsoentje waar zij hun kattenkwaad uitvoerden. Plantsoentje, waar ik verbaasd blijf stilstaan voor een groot standbeeld van Michiel Adriaansz de RuitterGa naar eind2... hier opgericht in dankbare herinnering aan de bevrijding uit de galeien van een paar Hongaarse calvinisten dominees.Ga naar eind3 Na deze beschrijving is het voor de kenners wel duidelijk. Er zijn wel meer ‘rijke-boerensteden’ in Hongarije waar ‘stijfnekkige’ calvinisten rondlopen, maar er is maar één stad waar een monument van Michiel de Ruyter staat. Dat is Debrecen. Het monument van de Nederlandse admiraal is een herkenningspunt, een kenmerk geworden. Maar hoe komt Christine van Eyck in Debrecen terecht? Het is niet haar echte naam. Christine van Eyck heette eigenlijk Madelon Lulofs, die later in de jaren dertig beroemd zou worden met haar plantageromans over Deli en die een schok zou veroorzaken in de koloniale maatschappij met haar romans Rubber en Koelie. Madelon Lulofs was in deze tijd voor de tweede keer getrouwd, en wel met de Hongaar László Székely, die planter was in Deli en haar daar had leren kennen. Zij heette toen nog Madelon Doffegnis-Lulofs, getrouwd met de Nederlandse planter Hendrik Doffegnis. László en Madelon werkten toen alle twee bij het weekblad Sumatra in Medan, waar Madelon verhalen en schetsen schreef en László tekeningen maakte. Na de echtscheiding in 1926 ging zij met haar toenmalige minnaar en toekomstige echtgenoot naar Hongarije, waar ze trouwden.Ga naar eind4 Bij deze gelegenheid bezochten zij de stad waar László Székely zijn middelbare schoolopleiding had genoten: Debrecen.Ga naar eind5 | |
[pagina 177]
| |
Gedenkzuil van De Ruyter in Debrecen
| |
[pagina 178]
| |
Nu terug naar de tekst van Christine van Eyck, alias Madelon Lulofs. Zij schrijft de naam van De Ruyter fout en zegt dat hij ‘een paar Hongaarse calvinistische dominees’ van de galeien bevrijd heeft. Wat dat laatste betreft laat niet alleen de spelling van de naam van Nederlands grootste zeeheld, maar ook de historische kennis van Madelon Lulofs wat te wensen over. Het waren er namelijk niet ‘een paar’, maar 26, en het waren niet allemaal calvinisten, er waren ook vijf lutheranen bij. Daarom nu kort een samenvatting van de gebeurtenissen. | |
De Hongaarse galeislavenIn 1674 werden honderdenGa naar eind6 protestantse predikanten in Pozsony voor de rechtbank gedaagd. Ze wisten niet wat hun ten laste werd gelegd. De meesten vertrokken uit hun dorp of stadje met de diepgewortelde overtuiging niets te hebben misdaan, hopend dat ze gauw weer thuis zouden zijn. Na aankomst werden ze geconfronteerd met de beschuldigingen: minachting van 's lands wetten, godslastering, rebellie tegen de koning en tegen de rust en orde van het land, complot met de Turken, moord op negen katholieke priesters, het leegroven van katholieke kerken, minachting van de katholieke kerk in woord en geschrift en verstrekking van foute informatie aan buitenlandse vorsten. Voor vele van de ongeveer 300 protestanten die daadwerkelijk voor de rechter in Pozsony verschenen, waren de beschuldigingen te machtig. De meesten kozen de weg van rekatholisatie, verlieten het land of namen afstand van hun ambt. Er bleven echter 41 predikanten over die voet bij stuk hielden in dit schijnproces. Zij werden ter dood veroordeeld, maar het vonnis werd omgezet in levenslange galeislavernij. De predikanten werden naar Napels getransporteerd en op 8 mei 1675 als galeislaven verkocht. Op dat moment kwamen er van de 41 slechts 30 op de galeien terecht. De anderen overleefden de ontberingen en de slechte behandeling niet of waren onderweg gevlucht.Ga naar eind7 De predikanten werden aan de roeibanken geketend, gestagen en ze moesten eindeloos roeien. Het was duidelijk dat ze niet lang in leven zouden blijven als er niet spoedig hulp zou komen. En die hulp kwam negen maanden later, op 11 februari 1676, in de vorm van de Nederlandse admiraal Michiel de Ruyter. Het was de laatste reis van de oude admiraal (hij was toen 69 jaar oud). Hij was met de Nederlandse vloot uitgezonden om samen met de Spaanse vloot een slag te leveren tegen de Fransen. Waarom wilde de Nederlandse | |
[pagina 179]
| |
vloot tegen de Fransen optreden in de Middellandse Zee? Nederland was sinds het rampjaar 1672 in oorlog met Frankrijk. Samen met de Engelsen, Keulen en Munster viel Lodewijk XIV Nederland te land en ter zee aan. Met veel moeite kon men de aanvallers terugslaan en in 1674 werd in Westminster de vrede met de Engelsen getekend, maar tegen de Fransen werd de strijd voortgezet. Frankrijk had in deze tijd ook een conflict met Spanje. De opstandige Sicilianen (Zuid-Italië was toen Spaans bezit) hebben de Fransen ondersteund in hun strijd tegen de Spaanse kroon. Spanje en Nederland werden natuurlijke bondgenoten tegen de gemeenschappelijke vijand, Frankrijk. Michiel de Ruyter kwam dus met de vloot in Napels aan, waar hij volgens de instructies van de Staten-Generaal de vrijlating van de Hongaarse predikanten door de Spaanse onderkoning eiste.Ga naar eind8 Vóór De Ruyter hadden invloedrijke Zweedse, Deense, Duitse en Nederlandse gezanten en diplomaten zich met de vrijlating van de Hongaarse predikanten bemoeid - maar tevergeefs. De admiraal is het echter wel gelukt. Door zijn rigoureus optreden en omdat de Spanjaarden de hulp van de Nederlandse vloot broodnodig hadden in de strijd tegen de Fransen, kon de Spaanse onderkoning de los Velez geen nee zeggen op de eis van De Ruyter. De Hongaarse predikanten werden bevrijd en daarmee werd de De Ruyter-cultus bij de protestantse Hongaren geboren. | |
De zuil van De Ruyter in Nederlandse tekstenWat de koloniale pers betreft, maakte niet alleen het weekblad Sumatra melding van de zuil van De Ruyter in Hongarije. Ook de Makassaarsche Courant van 29 juli 1933 schrijft onder de titel Banden tusschen Nederland en Hongarije het volgende: Wij hebben dezer dagen gelezen dat de Nederlandsche journalist van den Broeke een krans bij de gedenknaald voor admiraal De Ruyter te Debreezen in Hongarije heeft gelegd.Ga naar eind9 De journalist mag dan wel een krans gelegd hebben in Debrecen, maar de naam van de stad heeft hij zeker fout opgeschreven. Het is niet Debreezen, maar Debrecen, ook in 1933. In 74 jaar heeft men niet geleerd hoe men de naam Debrecen moet spellen. Ook in de recent verschenen De Ruyter-biografie van J.G. Kikkert staat in de plaats van Debrecen Debreczin.Ga naar eind10 | |
[pagina 180]
| |
Praalgraf van De Ruyter in de Nieuwe Kerk te Amsterdam
Het jaar 2007 was een officieel Michiel de Ruyter jaar in Nederland. Ter ere van de admiraal verschenen er boeken, uitgaven, stripverhalen en dvd's en werden er wetenschappelijke congressen en herdenkingen gehouden. Eén van de meest representatieve uitgaven is De Admiraal, de wereld van Michiel Adriaenszoon de Ruyter van A.Th. van Deursen, J.R. Bruijn en J.E. Korteweg. Het is een nationale herdenkingsuitgave met prachtige plaatjes en fraaie beschrijvingen. De auteurs hebben niet alleen aandacht geschonken aan het leven en de heldendaden van de grootste zeeheld van Nederland in zijn eigen tijd, maar hebben ook oog voor de herinnering van het nageslacht aan De Ruyter. Het standbeeld in Vlissingen, talrijke oorlogsschepen, schilderijen, boeken, kinderprenten, een bordspel, postzegels en bankbiljetten herinneren ons aan de daden van De Ruyter. Over de zuil in Debrecen: Het is niet verwonderlijk dat juist in Hongarije in de negentiende eeuw aandacht was voor de Nederlandse Michiel de Ruyter. In 1876 werd een monument in Debreczen opgericht, dicht tegen de Roemeense grens. Aanleiding hiervoor was de bevrijding van 26 | |
[pagina 181]
| |
Hongaarse predikanten van de galeien, korte tijd voor de dood van De Ruyter. Bij het monument worden nog steeds jaarlijks herdenkingen gehouden en kransen gelegd door de protestantse gemeenschap. De Hongaarse ambassadeur in Nederland legt ook jaarlijks een krans in de grafkelder in de Nieuwe Kerk. De Hongaren zagen en zien de bevrijding van deze predikanten, die wegens hun verzetsdaden door de Oostenrijkse overheersers in gevangenschap waren overgeleverd, als een allereerste succes in de eeuwenoude vrijheidsstrijd tegen de Habsburgse keizers. Pas in 1918 zou onafhankelijkheid worden bereikt. Ieder Hongaars schoolkind kent dan ook nog steeds Michiel de Ruyter, die symbool staat voor de vrijheidsstrijd.Ga naar eind11
Juriaen Jacobson: Defamilie De Ruyter (1667)
De hooggeleerde heren die het boek hebben geschreven, hebben waarschijnlijk weinig aandacht besteed aan die 153ste pagina, waar de boven geciteerde tekst staat. Er zit bijna per zin een fout in. Debrecen schrijft men zeker in 2007 met een ‘c’, niet met ‘cz’. Het monument werd niet in 1876 opgericht, maar in 1895. Dat staat trouwens ook met grote letters op | |
[pagina 182]
| |
het monument zelf: ‘Opgericht in 1895’. De 26 predikanten en de jaarlijkse herdenkingen kloppen wel. Maar dat de bevrijding het allereerste succes was ‘in de eeuwenoude vrijheidsstrijd tegen de Habsburgse keizers’, dat valt te betwijfelen. De schrijver van deze regels geeft blijk van zijn totale onkunde betreffende de Hongaarse geschiedenis van de 17de eeuw. Hetzelfde geldt voor de ‘verzetsdaden’ die ervoor gezorgd zouden hebben dat de predikanten veroordeeld werden. Als de schrijver ‘het protestants zijn op zich’ als verzetsdaad interpreteert, dan kan het wel kloppen. Anders is deze bewering op zijn zachtst gezegd uit de lucht gegrepen of tendentieus. Dat pas in 1918 de onafhankelijkheid van Hongarije zou worden bereikt, lijkt mij ook sterk. Of misschien bedoelt de auteur dat in 1918, na de Eerste Wereldoorlog, niet langer een Habsburger koning was van Hongarije. Dat klopt wel, maar onafhankelijkheid is wel iets anders. Ik vrees dat geen enkel schoolkind de naam van Michiel de Ruyter kent in Hongarije. Waarom zou het ook? De naam van De Ruyter staat niet in de Hongaarse schoolboeken vermeld. En dat de Nederlandse admiraal symbool zou zijn voor de Hongaarse vrijheidsstrijd, is ook niet waar. De Ruyter is vast en zeker een symbool voor vrijheid, onverzettelijke strijd voor onafhankelijkheid en trouw aan het vaderland - in Nederland zelf, maar niet in Hongarije. Hongarije heeft - net als andere landen - zijn eigen nationale helden. De strijd tegen de Habsburgers wordt gekenmerkt door namen als Wesselényi, Zrínyi, Rákóczi en Kossuth. De Ruyter is en blijft een Nederlandse held die ook in Hongarije vereerd wordt wegens de bevrijding van 26 protestantse predikanten, maar niet vanwege de strijd tegen de Habsburgers. De grove fouten in de tekst zijn natuurlijk menig Hongaar een doorn in het oog. Tenminste voor hen die Nederlands begrijpen. Gelukkig is het niet voor veel landgenoten van mij weggelegd in het Nederlands over de zuil van De Ruyter in Debrecen te kunnen lezen. Maar het moet gezegd worden, dat het ook in de Hongaarse teksten over De Ruyter wemelt van de fouten. | |
[pagina 183]
| |
Karel Djuardin: De Ruyter (1699)
| |
[pagina 184]
| |
De Ruyter in het Hongaarse collectieve geheugenNa de bevrijding van de predikanten heeft één van de overlevenden, Bálint Kocsi Csergő, in 1676 zijn belevenissen in het Latijn opgeschreven onder de titel Narratio brevis de oppressa libertate ecclesiarum Hungaricarum. In 1738 werd het boek door Péter Bod in het Hongaars vertaald. De vertaler heeft de beschrijving, waarin Kocsi Csergő de ontmoeting met De Ruyter beschrijft, aangevuld met een opmerking waarin hij de naam van de admiraal verhongaarst. Péter Bod noemt hem ‘Ruyter Adorján Miháry’.Ga naar eind12 Met deze aanpassing van de naam heeft Bod traditie gemaakt. In de volgende eeuwen werd Michiel Adriaenszoon de Ruyter in Hongaarse teksten consequent Ruyter Adorján Mihály genoemd. Wanneer József Farkas in 1869 over de beroemdheden van het Hongaarse protestantisme een boek schrijft, waarin natuurlijk ook de bevrijding in Napels wordt beschreven, lezen we de Hongaarse variant van de naam van de Nederlandse admiraal.Ga naar eind13 In 1907 werd de 300ste verjaardag van De Ruyter in Nederland herdacht. Maar niet alleen in Nederland, ook in Hongarije werd voor deze gelegenheid een lang artikel over de admiraal in de krant Vasárnapi Újság op de voorpagina gepubliceerd. Hier werd hij ook steeds De Ruyter Mihály genoemd.Ga naar eind14 Ook op de gedenkzuil in Debrecen, in het parkje voor het Gereformeerd College, staat de naam van De Ruyter verkeerd. Op het monument, dat in 1895 werd opgericht, stond ‘Ruyter Adorján Mihály’. In 1933 heeft een Nederlandse delegatie de plaatselijke leider van de kerk attent gemaakt op het incorrecte gebruik van de naam.Ga naar eind15 Haastig werd de naam vervangen door een andere incorrecte vorm. Nu nog staat op de gedenkzuil ‘De Ruyter Mihály’. In de stad werd ook een straat naar de admiraal genoemd, die heet ‘Ruyter utca’, een Ruyterstraat dus, helaas zonder ‘De’ aan het begin. Het is dus ook geen correcte spelling. De gemiddelde Hongaar vindt het eigenlijk ook niet vreemd. Het is al een eeuwenoude gewoonte namen aan te passen, te verhongaarsen. Karl May werd in Hongarije als May Károly, Jules Verne als Verne Gyula gespeld. Over De Ruyter Mihály verwondert niemand zich nog.Ga naar eind16 Hij is een deel geworden van de traditie. In de roman Negyven prédikátor [Veertig predikanten] van de Hongaarse schrijver György Moldova wordt het verhaal van de galeislaven en hun bevrijder verteld. Waarschijnlijk om De Ruyter ietwat heldhaftiger te doen voorkomen, heeft de auteur de gebeurtenissen in Napels een andere wending gegeven. In zijn boek krijgt de admiraal de Hongaren niet met zachte, verbale dwang van de Spaanse onderkoning vrij, maar dreigt hij | |
[pagina 185]
| |
met zijn kanonnen de hele stad in puin te schieten.Ga naar eind17 Waarschijnlijk vond Moldova dit dreigement passender bij een zeeheld dan de diplomatieke vaardigheid van De Ruyter, die echter wel meer aan de historische waarheid beantwoordt.
Er werd over De Ruyter veel geschreven in Hongarije en men maakt in Nederland ook melding van de gedenkzuil in Debrecen. En dat doet men met veel fouten. Deze zijn soms verwaarloosbaar, soms ergerlijk. Hoofdzaak is echter dat wij (Nederlanders en Hongaren) deze gebeurtenis herdenken en daarmee de banden tussen beide landen versterken. Vergissen is menselijk, maar vergissingen vermijden wenselijk.
***
Naast de activiteiten in Nederland in 2007, het Michiel-de-Ruyterjaar, werd ook in Debrecen (Hongarije) een congres georganiseerd door de Vakgroep Nederlands, inclusief kranslegging bij het monument achter de Grote Kerk. Deze activiteit was niet alleen een versterking van de goede banden tussen Nederland en Hongarije, niet alleen een gelegenheid om stil te staan bij de heldendaden van de admiraal, maar ook een passend moment om vroegere fouten recht te zetten, vergissingen te verbeteren. Wij kunnen nog veel van elkaar leren; ook dat besef draagt bij aan een betere verstandhouding. |
|