Acta Neerlandica 8
(2011)– [tijdschrift] Acta Neerlandica– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 127]
| |
Réka Bozzay
| |
[pagina 128]
| |
kerk verantwoordelijk. ‘De eerste synode van Stad en Lande werd van 14-17 juli 1595 in de stad Groningen gehouden op uitschrijven van de overheid en onder toezicht van de gedeputeerden der Staten Petrus Cornelius en Doede van Amsweer.’Ga naar eind5 ‘De Synode kwam vervolgens jaarlijks - op uitschrijven van de gedeputeerden der Staten van Stad en Lande - bijeen.’Ga naar eind6 Diverse, vooral kerkelijke zaken werden op de synode afgehandeld. ‘De besluiten van de Provinciale Synode werden door de gedeputeerden overgebracht naar de Staten van Stad en Lande ter bevestiging; de steun van de overheid was immers bij vele zaken onontbeerlijk.’Ga naar eind7 ‘Op voorstel van de beide Synodes van Holland en Gelderland werden in 1599 de overige gewestelijke Synodes aangeschreven om correspondentie met elkaar te houden, om met elkaar in contact te blijven daar “in den particulieren sijnoden veele saecken ongedecideert blijven” ...’Ga naar eind8 ‘De Synode van Stad en Lande reageerde welwillend op dit voorstel. Behalve het over en weer zenden van afgevaardigden, werden de synodale acta ook onderling uitgewisseld.’Ga naar eind9 Tot de zgn. ‘Tien jaren van rouw’ (1671-1681), toen de eerste ook in het buitenland grote belangstelling wekkende vervolgingen van Hongaarse protestanten plaatsvonden,Ga naar eind10 zijn er in Groningen behalve de immatriculaties geen andere verwijzingen naar de Hongaren. Pas in het jaar 1675 vinden we een korte inschrijving in de notulen van de Provinciale Synode over de noodlijdende Hongaren. De inschrijving stamt uit de acta van de Provinciale Synode van Friesland, die op grond van de bovengenoemde uitwisseling van synodale acta in de notulen van de Provinciale Synode van Stad en Lande werd opgenomen.Ga naar eind11 Geen wonder dat de eerste vermelding over de Hongaren in de Friese acta voorkwam, de meeste Hongaarse studenten werden namelijk in Friesland, aan de universiteit te Franeker ingeschreven,Ga naar eind12 de contacten tussen de Friese en de Hongaarse gereformeerde kerken waren dus hechter. De eerste vermelding van de naam van Michiel de Ruyter in verband met de Hongaarse galeislaven dateert uit 1676, al na de dood van De Ruyter. In de acta van de Provinciale Synode van Zuid-Holland werd de bevrijding van de galeislaven en de bemiddeling van hun zaak door de Zwitserse kantons vermeld. In de volgende jaren bleek ook uit de notulen van andere provinciale synoden, dat ze van het leed van de Hongaarse protestanten af wisten en niet vergaten hen in hun gebeden te noemen.Ga naar eind13 In de eigen notulen van de Provinciale Synode van Stad en Lande werden de vervolgingen der protestanten in Hongaarije pas in 1678 ver- | |
[pagina 129]
| |
meld.Ga naar eind14 In dat jaar en in de daaropvolgende jaren tot en met 1684 vond er geen daadwerkelijke bemiddeling plaats van de kant van deze synode,Ga naar eind15 maar het was toch een belangrijk feit dat de Hongaarse gebeurtenissen niet werden vergeten, en dat de Synode tot in detail op de hoogte was van het tragische lot van de predikanten en de vervolgingen. | |
26 juli 1676, te Dordrecht15. Seecker Praedicanten uijt Hungarien op de Galeije gebannen, waeren wel bevrijt van de slaverneije op de aenkomst van de Heer Michael de Ruiter waer op oock brieven van dancksegginge gesonden waeren, doch datse nooijt weer in Patriam mochten komen, en bij andere Vorsten niet klagen over haer ongelijck versoeckende hier in Wijders voor=schrijven ende intercessie oock voorbiddinge voor haer bij Godt den Heere. De Heer Commisarius van Naeldwijck oordeelde dat se van niemant beter als van de Swittserse Cantons bij den Keiser geholpen souden konnen worden, en dat op sulcke D. Depp synodi belast soude worden de switserse cantons haer saecke te recommenderen. | |
29 april 1678, te Appingadam63. D Correspondens Zuidt Hollandiae heeft den Christl. Synodus uijt haer Acten voorgedraegen de grote elende ende elendige Vervolginge in Hungarien soo in opsicht van de Protesterende Predicanten, sijnde ballingen, als oock die Gemeinte J[esú] Christi aldaer, met versoeck dat in desen Synodo aen de respective | |
[pagina 130]
| |
Classen dese noot[l]ijdende protesterende Praedicanten en Gemeinten soo mochten worden gerecommendeert, dat sij deselver in hare publijque gebeden indachtich mochten sijn, is ditselve van de aenwesende Broederen aengenomen om een jegelijck in sijn Classe dit bekent te maecken. | |
12 juli 1678, te Leiden7. De vervolging van de kercken in Hungarien bleef verder gerecommendeert. | |
5 mei 1679, te GroningenArt. 43 Ad 63 Waer door de Protesterende Gemeinten en predi[cant]en in Hungarien, den Broederen sijn gerecommendeert, der selve in publike Gebeden te gedencken heeft de H. Professor Altingh bekent gemaeckt, door missive narigtinge te hebben, van dat eenige der pred[icant]en uit hare Ballingschap tot hare Gemeinten waren weder gekeert en alsoo de drovige kercken eenige verquickinge hadden, edoch onseker van dien troostliken voortgangh: is nochmals de Christel: voorbede, by de anwesende Broederen om Respp. Classen te recommanderen angenomen. | |
10 juli 1679, te Gouda6. De sacke der Ungarische Predicanten den Gebede Gerecommandeert. | |
31 juli 1679, te Edam5. Volgens beste kennisse waren byna alle Ungarische predicanten wedergekeert tot haar Gemeijnten. | |
10 mei 1680, te GroningenArt. 38. Ad act. 43. Sprekende van de Verdruckingen der Protestantsche Gemeijnten en Predicanten in Hungarijen; Also Verstaen wort, dat dieselve eenige Verligtinge en herstellinge becomen hebben, edoch onseker, is nochmaels die Christl. Voorbede voor deselve by d' anwesende Broederen, om de respective Classen te recommanderen, aangenomen. | |
[pagina 131]
| |
2 mei 1681, te AppingadamArt. 35 Ad art. 38 spreeckende van de verdruckingen der Protestantsche Gemeinten en Praedicanten in Hungarien heeft D. Correspondens van Noort-Hollant verhael gedaen, dat brieven in haeren synodo waeren voorgelesen, meldende dat de excludeerde Predicanten alle wederomme haere Gemeinten waeren toegevoeght en in haere diensten herstelt, (eene der selver alleen uitgenomen) het Christ. Synodus heeft sulks met blijtschap haeres harten, en en dancksegginge tot den Goedertijerenen Godt aengehoort, ende verders voor de bewaeringe en welstant van dese haere mede-broederen in den Gebede aen te houden, geresolveert.Ga naar eind16 | |
8 juli 1681, te GorinchemArt 5. Hungarische predicanten hersteld, also dat de Gebeeden in dankseggingen sijn verandert. | |
29 april 1682, te GroningenArt. 35. Ad art. 35., spreeckende van de verdruckingen der Gemeijnten en praedicanten in Ungarijen hebben d' Eerw. Heeren Correspondenten uit Zuid en Noord-Hollandt verhaelt, dat het nu aldaer in Ungarien in beter en geruster staet bevonden werden, soo dat oock in Holland de gebeden voor de verdruckte kercken in danckseggingen verandert waren. | |
28 april 1684, te GroningenAd art. 35. De resolutie Synodi om niet alleen alle nootlijdende gemeinten door d' gehele werelt verstroit, maer in sonderheit d' kercke Chr[ist]i in Ungarien, welcke bovenmaeten vervolgt en verdruckt wort in d' publique gebeden in d' bescherminge des Allerhoogsten, tot haer vertroostinge te bevelen, is over al in dese landen in practique, en sal daarin ijverich aengehouden worden.Ga naar eind17 |
|