moeilijk mee bleken te hebben. Toch vindt het zijn weg naar het discours over de Nederlandse koloniale literatuur en wel door (studie van) de veranderende verwachtingshorizon.
EMESE SZABÓ
Over zwart-wit-tegenstellingen én nuances daartussen in opvattingen over (post-)koloniale literatuur aan de hand van Arthus Japins succesvolle romandebuut De zwarte met het witte hart.
GERARD TERMORSHUIZEN
Over hoe een dagblad met opiniërende én literaire bijdragen woelig kan werken in het debat over de houding tegenover inlanders in de kolonie, met de teksteditie van Sija, de kampongroos, het trieste verhaal over het leed dat kon voortvloeien uit een verhouding tussen een blanke Europeaan en zijn njai (concubine), leed veroorzaakt door opportunisme, trouweloosheid en gevoelsarmoede van de Europeaan
HERBERT VAN UFFELEN
Over literatuur die probeert ruimte te scheppen voor de ervaring van het leed door een voortdurende afwisseling van distantie en langzame toenadering, wanneer een mens en daarmee een stuk realiteit Ten grave gedragen wordt, en het creatieve geheugen van de auteur, die zich daarmee blootgeeft en kwetsbaar opstelt.
Het vierde nummer van de reeks ACTA NEERLANDICA verschijnt ter gelegenheid van de volgende, achtste studiedag. Deze zal de derde zijn die in Debrecen wordt gehouden. We hopen van harte dat de studiedagen Nederlands in Hongarije ook in het bestaan van de Werkgroep in Debrecen een bijzondere betekenis zullen krijgen; we willen er namelijk een traditie van maken om de lezingen die op deze wetenschappelijke bijeenkomsten gehouden worden, in deze reeks te publiceren.
We wensen u veel plezier bij het lezen van de bijdragen in ACTA NEERLANDICA 4.
In naam van de redactie:
Márta Kántor-Faragó en Gert Loosen