Laten we een voorbeeld zien, eveneens uit het artikel van neus. Heeft de component neus in de volgende drie uitdrukkingen de eerste vrije betekenis van het trefwoord ‘vooruitstekend deel van gezicht’ of is het woord overdrachtelijk gebruikt?
dat ligt vlak voor je neus
iem. iets voor de neus wegnemen
de deur voor iemnds neus dichtdoen
Aan de ene kant gaat het om een letterlijke ruimtelijke verhouding: er gebeurt iets letterlijk voor de neus van iemand; ‘neus’ betekent hier toch niet simpel de neus van een mens, maar de mens zelf. M.a.w. gaat het om een aparte, metonymische betekenis van het woord neus. Het zou best ook in de woordenboeken als een aparte vrije betekenis vermeld kunnen worden, omdat het woord in deze betekenis in meerdere contexten voorkomt. Het GWHN doet het niet, waarschijnlijk uitgaande van de mening dat dit metonymisch gebruik toch niet zo'n afzonderlijke vrije betekenis is als de drie andere genoemde:
0.1 | vooruitstekend gedeelte van het gezicht tussen mond en voorhoofd |
0.2 | reukvermogen, reukzintuig |
0.3 | punt van een voorwerp |
Ook wij hebben dit betekenisprofiel overgenomen, en zo hadden we mbt. van de plaatsing van de genoemde uitdrukkingen tussen twee oplossingen te kiezen De eerste mogelijkheid zou zijn de uitdrukkingen bij de idiomen te plaatsen; hier spreekt echter tegen dat de 1. vrije betekenis van neus in de uitdrukkingen nog sterk aanwezig is. Er blijft nog ,,n oplossing over: de uitdrukkingen komen bij de betekenis ‘vooruitstekend gedeelte van het gezicht’ te staan - maar met de label ‘figuurlijk’. In ons woordenboek hebben we voor deze laatste oplossing gekozen.
Theoretisch gezien kunnen er overgangsgevallen voorkomen of vragen waaroop twee mogelijke antwoorden te geven zijn, maar in de praktische uitvoering van het lexicografisch werk, moet er ook in overgangs- of twijfelsgevallen altijd voor de ene of de andere concrete oplossing gekozen worden.
Samengevat: in een algemeen vertaalwoordenboek van het hedendaags taalgebruik zou bij de behandeling van idiomen het synchroon standpunt met het historisch aspect beter niet gemengd worden. Dit is uiteraard weer de ,,nduidige formulering van een theoretisch standpunt, dat ten opzichte van de gevarieerdheid van de levende taal zeker veel te simpel is: het