Acta Neerlandica 2
(2002)– [tijdschrift] Acta Neerlandica– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 211]
| |||||||||||||||||||||||||||
Agnieszka Wiśniewska
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 212]
| |||||||||||||||||||||||||||
mers-Küller interesseerde ook het theatrale leven. Daarover schreef zij in romans Het huis der vreugden (1922), en Jenny Heysten (1923). Zeer grote waarde heeft de Tavelincktrilogie, die onder de titel Heeren, knechten en vrouwen (1934-1938) verscheen. Deze stelt de geschiedenis van een Amsterdamse regentenfamilie tussen 1778 en 1813 voor. Van Ammers-Küller heeft in 1925 Amerika bezocht en later haar impressies beschreven: Mijn Amerikaansche reis (1926). Wat zag ik in Indië (1939) verscheen na de reis naar Nederlands-Indië.
Volgens Nederlandse literatuur historici hebben haar boeken weinig literaire waarde. Bijv.: G.W. Huygens stelt vast: haar werken - die niet bepaald historische en psychologische diepgang hebben - vertonen een wat breedvoerig verteltalent en werden door de kritiek minder gewaardeerd dan door de lezers (Moderne Encyclopedie van de Wereldliteratuur 1980: 107). In Oosthoeks Encyclopedie (1968: 335) treffen wij hetzelfde waardeoordeel aan: A. schreef een groot aantal romans en toneelstukken die haar een grote lezerskring bezorgden, maar weinig literaire waardering. Zeer bijtende verwijt tegen haar persoon bevat Moderne Encyclopedie der Wereldliteratur (1984: 96) In het buitenland, met name in het Nat. Soc. Duitsland, wist zij meer waardering te vinden dan bij de belangrijke critici van Nederland (G. Stuiveling). Korte informatie in dezelfde trant geeft ook Grote Winkler Prins Encyclopedie (1981: 95) aan: haar boeken hebben weinig literaire waarde, maar werden veel gelezen, ook in vertalingen. Naar mijn mening is dit feit met het publicatieverbod verbonden, dat haar na WO II voor 5 jaar werd opgelegd. Jo van Ammers - Küller toonde in de bezettingsjaren een opmerkelijke sympathie voor nationaal-socialisme. In de roman De liga van goede wil (1953) probeerde zij het verschijnsel collaboratie te rechtvaardigen (Moderne Encyclopedie... 1980: 107).
In Poolse lexicons en encyclopedieën kan men korte informatie over deze schrijfster vinden. In Pisarze świata: słownik encyklopedyczny (de schrijvers van de wereldliteratuur, Lexicon) lezen wij dat Van Ammers-Küller een schrijfster van veelgelezen historische romans [is], o.a. van het drieluik De vrouwen van Coornvelt (1925-32, Pl. 1933-34), Vrouwenkruistocht (1930, Pl. 1939 [1934 - A.W.], De Appel en Eva (1932, Pl. 1934)’Ga naar eind1. | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 213]
| |||||||||||||||||||||||||||
In Słownik pisarzy niderlandzkiego obszaru kulturowego (Lexicon van de schrijvers uit het Nederlandse taalgebied) lezen wij, waarom op haar het publicatieverbod is opgelegd. In 1945-51 werd op haar wegens sympathie voor national-socialisme het publicatieverbod opgelegd - in de roman De liga van goede wil (1953, Liga dobrej woli) verdedigde zij de collaboratie (Dąbrówka 1999: 36)Ga naar eind2. Een korte informatie over deze schrijfster vinden wij in Encyklopedia Powszechna (1983: 95, Algemene Encyclopedie): Nederlandse schrijfster, een auteur van een veelgelezen romancyclus. Zeer bondige veermelding bevat Encyklopedia A-Z (1999: 31, Encyclopedie A-Z): Ammers-Küller Jo(hanna) van, 1884-1956, Nederlandse schrijfster van vrouwen- en historische romans.
De romans van Jo van Ammers-Küller werden in Polen vooral voor de Tweede Wereldoorlog graag vertaald en gelezen. Dat was met de groeiende populariteit van de vrouwelijke literatuur verbonden. Men moet vooral een ontzettend grote stijging van de vrouwelijke auteurs naar de literatuur vaststellen (Fik 1961: 525). Deze toename lijkt samen te hangen met de bloei van het feminisme, dat vrouwen meer betrok bij het maatschappelijk en culturele leven, met de rationalisering van de huishouding die vrouwen meer tijd liet, en met het ontstaan van een grotere intellectueel-geïnteresseerde middenklasse. Deze opmars van de vrouwelijke auteurs leidde echter niet tot een gelijke acceptatie en waardering, in een literaire wereld waar mannen de kritische scepter zwaaiden (Maaike Meijer 1993: 682). Poolse auteurs schreven vooral over emancipatie, over liefde en over man, die de vijand van de vrouw is. Irena Krzywicka (1899 of 1904-1994) in haar werken kondigt ‘het einde van de mannelijke civilisatie’ aan (Fik 1961: 528). In Kobieta szuka siebie (een vrouw, die zichzelf zoekt) beschreef Krzywicka een strijd tegen de liefde, die met de eenzaamheid voltooid wordt. De heldinnen in het oeuvre van Zofia Nałkowska (1884-1954) zijn onafhankelijk: Granica (1935, De grens), Dom kobiet (1930, Het vrouwenhuis), Niedobra milość (1928, Een slechte liefde). Nałkowska besprak uitvoerig existentiële problemen: liefde, ouderdom, ziekte, pijn en kwaad. Maria Kuncewiczowa (1895-1989) in Twarz mężczyzny (1928, Het gezicht van de man) stelt de negatieve karaktertrekken van de man. In de roman Cudzoziemka (1935, Een vreemdelinge) wordt een groeiend conflict tussen de protagonisten en haar omgeving voorgesteld. Dit conflict spruit voort uit haar ongelukkige liefde. Pola | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 214]
| |||||||||||||||||||||||||||
Gojawiczyńska (1896-1963) in de romans Dziewczęta z Nowolipek (1935, De meisjes uit Nowolipki) en Rajska jabłoń (1937, De paradijsappelboom) toont het leven van vier vriendinnen. Ook hier is de liefde een destructief element in het leven van de vrouw. Deze auteurs beschuldigen in hun romans vooral de man, die ‘het vernietigende element’ in het leven van de vrouwen is.
Eerste vermelding over de romans van Van Ammers-Küller verscheen in Rocznik Literacki (Het Literair Jaarboek) in 1933. In Wielka Encyklopedia Powszechna WEP (grote Algemene Encyclopedie) lezen wij, dat Rocznik Literacki bevat een bibliografie van de Poolse bellettrie, van literaire vertaling en kritiek en van de publicaties, die met de literatuur en met de cultuurgeschiedenis verbonden zijn. (WEP 1962: 20) De roman Zbuntowane (1933) was de eerste, die in Rocznik Literacki in 1933 werd besproken. Deze roman was het meest gelezen boek in 1934. (Katalog Powszechna Spółka Wydawnicza ‘Płomień’ 1935: 1) Wij bemerken dat Van Ammers-Küller de strijd van de Nederlandse vrouw om de gelijkgerechtigdheid laat zien. Deze strijd was vooral tegen onverbiddelijke en strenge afhankelijkheid van vader en echtgenoot gericht (Gruszczyńska 1933: 180). Jo van Ammers-Küller bekritiseerde ook de huichelarij en de bigotterie. Men kan de opstand van de jongeren tegen de ouden zien. (Gruszczyńska 1933: 180) Deel II Pochód krzyżowy kobiet en deel III Jabłko i Ewa waren volgens de uitgeverij Płomień (de Vlam) de meest gelezen boeken in 1934. Zij hebben heel goede recensies gekregen. Pochód krzyżowy kobiet (1934) is de voortzetting van de vrouwenstrijd om de onafhankelijkheid en het kiesrecht. In het derde deel Jabłko i Ewa (1934) kan men zien dat de onafhankelijkheid soms de oorzaak van problemen in het huwelijk is. Cezary Jellenta (1861-1935, prozaïst, dichter, publicist en criticus) schreef in Przegląd Literacki dat Kobiety z rodu Coornveltów (1933-34) ‘de kenmerken van een psychologische monografie heeft’ (Jellenta 1930). Jellenta is van mening dat Jo van Ammers-Küller een historica van ziel en gevoelens, die enkele generaties van een Nederlandse stam beschrijft en de ontwikkeling van de vrouwen volgt. Volgens hem steekt in deze roman een bijgedachte, die aan het einde van dit drieluik duidelijk wordt verwoordt, d.i. de idee van de vrouwelijkheid, die alles overwint. Jellenta schreef dat in deze roman sociaal-psychologische processen onstonden: ten eerste de strijd om de vrouwenrechten en de vrijheid tot de | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 215]
| |||||||||||||||||||||||||||
uitdrukking van gevoelens en gedachten; ten tweede - het gebruik van deze rechten en van de onafhankelijkheid. Jo van Ammers-Küller is geen raadgeefster en geen zedenlerares. Maar al haar overwegingen, twijfels en zoektochten verenigen zich in één punt: de liefde vormt een groot risico. In de jaren dertig van de twintigste eeuw werd deze trilogie door Poolse vrouwen graag gelezen. Volgens Jellenta betekent dit dat de vrouwen, die grote successen op het gebied van de wetenschap, kunst en politiek hebben, niet gelukkig en tevreden zijn. Zij zoeken vergeefs naar iets dat ze in het reële leven niet kunnen vinden. Dat kunnen de vrouwen in de roman Kobiety z rodu Coornveltów wel vinden. Zeer populair vrouwelijk weekblad Bluszcz (De klimop) verscheen in Warszawa tussen 1865-1939 (met de korte pauze in de jaren 1919-1920). Het weekblad had de literatuur- en modeafdeling, huishoudelijke- en buitenlandse berichten (WEP 1962: 12). Bluszcz publiceerde artikelen op het gebied van psychologie, pedagogiek, levensbeschrijvingen van de interessante vrouwen en gaf kennis van culturele gebeurtenissen in Polen en in het buitenland (Literatura Polska, Przewodnik..., B.I. 1985: 88). De literaire afdeling werd zorgvuldig opgesteld. In dit tijdschrift verscheen in 1937 een bespreking van de roman Kobiety z rodu Coornveltów. Uit deze recensie blijkt, ‘dat tussen de talrijke lezeressen twee kampen ontstonden: het eerste vindt, dat Jo van Ammers- Küller de woordvoerster van het extreme feminisme is; het tweede kamp vindt de schrijfster apostel van de terugkomst van de verdwaalde vrouw naar het huis, de wieg en de keuken.’ (Kiewnarska 1937: 6) Volgens Kiewnarska ziet men als men goed en nauwlettend deze roman leest, dat Jo van Ammers-Küller de wederzijdse afhankelijkheid van beide geslachten voelt, zich met de pogingen van de vrouw vereenzelvigt en ook verstaat hoe bedrieglijk het tweegevecht tussen vrouw en man kan zijn. Nu rijst de vraag, die de schrijfster overigens zelfs stelt: zijn de gelijkgerechtigde vrouwen gelukkiger dan zij groot en overgrootmoeders? Het antwoord luidt: ‘Onze grootmoeders hebben beter gehad, zij hebben minstens dat geweten, wat voor een positie zij hebben.’ (Bassalikowa 1936: 140) Zeer positieve recensie van het drieluik Kobiety z rodu Coornveltów publiceerde Gazeta LiterackaGa naar eind3 (de Literaire Krant). Deze schreef JagGa naar eind4 ‘De opstanden, tragische conflicten, ineenstortingen, tranen en pijn van | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| |||||||||||||||||||||||||||
de vier vrouwengeneraties van Coornvelt beleven wij werkelijk diep.’ (Jag 1934: 78) De volgende roman Maskarada (1935) kreeg geen goede recensie. Andrzej Mikułowski (literair-, film- en toneelrecensent) schreef in het weekblad Prosto z MostuGa naar eind5 (Ronduit) in 1936, dat deze roman niet goed vertaald is, omdat deze veel stilistische fouten heeft. Volgens Mikułowski is Maskarada een roman, die over de liefde en de strijd tegen de zeden gaat. Daardoor is de roman conventioneel en de personages ook. Mikulowski is van mening, dat Maskarada een didactisch karakter heeft en veel levenswijsheden bevat. De roman Cicha walka (1936) kreeg een heel goede kritiek. De recensies kan men in Rocznik Literacki uit 1936 en in Prosto z Mostu uit hetzelfde jaar vinden. In Rocznik Literacki treffen wij aan, dat Van Ammers-Küller conflicten van het huwelijksleven laat zien. Deze conflicten hebben een psychologische en sociale grondslag. Dit is de geschiedenis van een verwend meisje dat niet in staat was om de vrouw van een professor te zijn. De harde en moeizame plichten, die zij als vrouw van een professor heeft, groeiden haar boven het hoofd. De heldin probeerde een voorbeeldige vrouw te zijn, maar na een vruchteloze strijd, pleegde zij zelfmoord. ‘Eveneens de personages van professor en van de heldin zijn vol leven en het milieu is goed en nauwlettend beschreven.’ (Bassalikowa, 1936: 141) De recensie van de volgende roman onder de titel Ksiątżę incognito (1936) treffen wij in Rocznik Literacki uit 1936. Volgens Bassalikowa kan men hier een tegenstelling tussen twee vrouwen merken: de eerste vrouw is goed opgeleid, rijk en is ook de vrouw van een fabriekseigenaar. Maar deze was niet in staat zich aan de slechte levensomstandigheden, die de economische crisis heeft veroorzaakt, aan te passen. Tweede vrouw is werkzaam en moedig is goede moeder van de drie kinderen. Haar echtgenoot is lichtzinnig en heeft liefdesavonturen. Deze vrouwen ontmoeten elkaar en oefenen op elkaar invloed uit. Bassalikowa is van mening, dat ‘toch de toeval te grote rol in deze roman speelt en ook verschillende situaties in deze roman worden oppervlakkig beschreven en daardoor zijn zij niet zo overtuigend.’ (Bassalikowa 1936: 142) De beschrijving van de roman Jenny zostaje aktorką (1937) en de voortzetting hiervan Jenny próbuje małżeństwa (1937) publiceerde Rocznik Literacki uit 1933. Volgens Irena Gruszczyńska beschreef Van | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ammers-Küller op een fantastische manier de strijd van een jong meisje, dat graag toneelspeelster zou willen zijn. Dit meisje gelooft in haar artistieke roeping. Maar in de loop van het verhaal bemerken wij dat zij tussen de loopbaan en de liefde moet kiezen. Het drieluik Heeren, knechten en vrouwen: 1/ Patrioci. Dzieje rodziny pewnego regenta amsterdamskiego, 1778-1787 (1937), 2/ Taniec wokół gilotyny (1939), 3/ Wierność rodu Tavelincków, 1799-1813 (1947) kreeg ook een goede kritiek. De recensie daarvan vinden wij in Dziennik LiterackiGa naar eind6 (het Literaire Dagblad) uit 1947. Stefan Papée (1897-1981, literaire historicus, literatuur- en toneelrecensent) is van mening, ‘dat dit drieluik het geluk en de toekomst van Nederland met de dynastie van Oranje verenigt’ (Papée 1947: 1). Voor de Nederlanders was de leus ‘Oranje boven alles’ in de tweede helft van de 18 - de eeuw heel belangrijk. Dat was met de oproep tot de strijd tegen de rijke Nederlandse kooplieden en later tegen de Franse revolutionairen verbonden. Deze roman is een hulde aan de dynastie van Oranje. Jo van Ammers-Küller laat Napoleon als een tiran zien. Volgens Papée is de vertaling van Edyta GałuszkowaGa naar eind7 (1909-1979) van het deel III onder de titel Wierność rodu Tavelincków de waardevolste, die na de tweede Wereldoorlog in 1947 verscheen. Tygodnik PowszechnyGa naar eind8 (Het Algemene Weekblad) uit 1948 publiceerde ook recensie van de roman Heeren, knechten en vrouwen. Volgens Goa (Antoni Gołubiew 1907-1979, romanschrijver, essayist) ‘heeft eerste deel het maatschappelijk karakter, beschrijft de strijd van het Amsterdamse patriciaat tegen het Oranjehuis... Daarentegen in volgende delen hebben wij historisch- en avonturenromans.’ (Goa 1947: 7) Gołubiew vergeleek de sfeer van deze romans met de romans van Dumas, Dickens: vluchten, vervolgingen. In Nowa KsiążkaGa naar eind9 (Het Nieuwe Boek) uit 1937 vinden wij de recensie van Paweł Hulka - Laskowski (1881-1946, schrijver, publicist, vertaler en literaire recensent). Hij schreef dat Patrioci een goed boek is. Juist deze tijden (1778-1787) beschreef de auteur met veel talent. (Hulka-Laskowski 1937: 622) Volgens Laskowski zijn de personages expressief en erg karakteristiek. Van Ammers-Küller schreef ook biografische werken. Tot de bekendste behoren Portrety kobiet wybitnych (1936). In het voorwoord | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| |||||||||||||||||||||||||||
stelde Jan Paweł KaczkowskiGa naar eind10 (1874-1942) dit boek voor als levensbeschrijvingen van de hedendaagse vrouwen. Hun korte biografieën heeft Van Ammers-Küller na persoonlijke kennismaking opgesteld. Deze vrouwen komen uit verschillende landen en oefenen ook verschillende beroepen uit: Margaret Astor - Amerikaanse, deskundige in de schoonheidsverzorging, Margaret Bondfield - Engelse, voormalig minister van arbeid, Rosa Manus - Nederlandse, vice-voorzitter van bond voor vrouwenrechten, Charlotte Bühler - Oostenrijkse, professor in de kinderpsychologie, Maud Royden - Engelse, predikvrouw, Mary Wigman - Duitse, danseres. Volgens Kaczkowski verraden deze portretten een psychologisch karakter en ze zijn objectief. De bedoeling van Jo van Ammers-Küller was de beschrijving van de creatieve waarden van de vrouwen. Volgens hem kan men in dit werk de vrouwelijke scheppingssfeer, de wereld van gevoelens en gedachten, ‘das ewig Weibliche’ van Goethe zien. In het voorwoord wordt vermeld, dat de schrijfster ook Maria Skłodowska-Curie - de Poolse chemicus, een Nobelprijswinnares wilde interviewen. Kaczkowski was toen Poolse consul in Nederland en wilde Van Ammers-Küller helpen om de ontmoeting met Skłodowska-Curie mogelijk te maken. Maar de Poolse heeft in een brief aan de consul geschreven, dat zij het bijzonder druk had en helaas geen tijd had. Kaczkowski vindt het wel spijtig, dat wij tussen de beschrijvingen van deze belangrijke vrouwen geen portret van Maria Skłodowska-Curie kunnen vinden. Van andere mening is Paweł Hulka-Laskowski, die in Nowa Książka uit 1936 schreef dat ‘Portrety kobiet wybitnych een redelijk willekeurig boek’ is. ‘Noch de keuze noch de levensbeschrijvingen toont een wetenschappelijke.’ (Hulka-Laskowski 1936: 598) Hij is van mening, dat voor Van Ammers-Küller haar eigen impressie voldoende is. ‘Haar’ vrouwen lijken in hun houding op mannen en daarom ze zijn geen interessante vrouwen.
De romans van Jo van Ammers-Küller hebben een narratieve structuur, psychologische en morele eigenschappen. De romans van Van Ammers-Küller zijn in Polen na 1947 niet meer vertaald en uitgegeven. De laatste roman onder de titel Wierność rodu Tavelincków, 1799-1813 verscheen in Polen in 1947. De romans van de schrijfster werden door Róża CentnerszwerowaGa naar eind11, Karolina BeylinGa naar eind12 (1899-1977), Edyta Gałuszkowa-Sicińska (zie voetnoot 7), Marceli TarnowskiGa naar eind13 en Henryk Leśniewski vertaald. Haar boeken | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 219]
| |||||||||||||||||||||||||||
waren zeer populair vooral tussen 1933 en 1947. Deze werden door volgende uitgeverijen uitgegeven: Książnica - AtlasGa naar eind14 en Powszechna Spółka Wydawnicza ‘Płomień’Ga naar eind15. Later werden deze nooit uitgegeven. Misschien was dit feit met het publicatieverbod verbonden, dat haar oeuvre werd opgelegd. Het literaire werk van Jo van Ammers-Küller werd met een uitnodiging naar Polen bekroond. Op 5 februari 1937 bezocht de schrijfster Polen op uitnodiging van de PEN - Club. | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 220]
| |||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie van werken, die in het Pools werden vertaald
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 221]
| |||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie van de Poolse receptie
| |||||||||||||||||||||||||||
Secundaire bibliografie
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 222]
| |||||||||||||||||||||||||||
|
|