Het Spek verwisselt in Steenen.
Een Schoenlapper ging door armoede geperst by de Boeren bedelen en Schoenen lappen, wanneer hy nu by een reike Boer, wiens Vrouwe alleen t' huis waar, gekoomen was, zag hy onder het verzoeken van een Aalmoes, een Ketel over het Vuur, daar de Boerin vier Stukjes van het beste Spek in wierp om te kooken, zy zeide tegens hem, gy moet voor by gaan, ik geef geen Geld aan een Bedelaar. Wel vervolgde hy, geef my dan zo een stukje Spek. Wat zoude ik uw geeven antwoorde zy hem, gaat heen Landlooper. Na dit gezegt te hebben gaat de Boerin de Deur uit om na de Koeyen te zien. De Bedelaar niemand ziende, nam met 'er haast vier groote Steenen, en gooid die, na hy het Spek daar uitgenoomen had in de Ketel, en gaat heen, de Boerin ontmoete hem niet verre van haar huis, hy bid haar nogmaals om een Aalmoes, zy weigerd hem wederom. Wel zeide den Bedelaar, Terwyl gy my niet geeven, wel zo wensch ik dat al u Spek in Steenen moogen veranderen. Ja, Ja antwoorden de Boerin, en