Een Juffrouw voor een Jonkheer Geinclineert.
Een Juffrouw welke voor een jong Heer Geinclineert waar, die om zyn beroep te bevorderen na Naarden zig ter woon begaf; deze Damen zeide: gaat zo een jong Heer te Naarden in de Naarheid woonen? waarop hy haar dit vers Extempore toevoegde.
Ligt Naarden wel de Naam, en daat te zaamen draagt,
Maar 't strekt een Zinnebeeld voor meenig jonge Maagt,
Die hoe ook Gefrontiert, zelv' nooit die eer' genieten,
Als dat een Minnaar koomt om brets op haar te schieten.