De Bedrogen Priester.
Een Soldaat die de dissersie had aangenoomen, was verleegen om heo zyn Montuur voor andre Kleederen te verwisselen, komt by een Smous om een Pak, het geen hem pasten en smeerde zyn schoenen met Haazen vet, en zet het op een loopen, dog geen middel ziende om levensmiddelen te bekomen, vond na hy het tweede bedrog volbragt had, goed een derden te onderstaan, vraagd een Priester om absolutie mits hy een behoorelyke biegt zoude doen om zyn geweeten te suyveren, de Priester stond het hem toe, en na eenige stukken opgebiegt te hebben gaf hy de Offer Penning die de Priester in de Offerkist stak, den Soldaat zei Ach waar ik nu zo wel van die zonden gesuyvert die ik verborgen hou, als wel van den geenen die ik heb geopenbaart, wel vroeg den Priester zyn 'er dan nog meer die gy niet geopenbaard hebt, zo ontlast uw nu 't nog tyd is. Myn Heer antwoorden den Soldaat Ja, zonden die zo groot zyn dat ik dezelven niet durf ontdekken, zo zult gy zei de Priester met dezelve ter hellen vaaren. Og zeide hy, ik heb myn lieve Ouders vermoord, zonder dat zy my beleedigt hebben, en zonder dat ik voorneemens ben geweest my met haar middelen te verryken? Wel vroeg den Pries-