De treurige Weduwe getroost.
Een jonge Weduwe zeer treurig zynde, schreide bitter over de Dood van haaren Man, zekere Vriendinne op die stond by haar komende zogt haar te trooste en zeide: gy hebt nog al niet veel oorzaak om u te bedroeven, vermits u Man u goeds genoeg nagelaaten heeft om van te leeven, en door welk goed gy wel wederom eenen zulken