[Jacob van Oort]
OORT (Jacob van) de jonge zoon en leerling van den vorige, te Brugge geboren, reisde naar Parijs, waar hij zich twee jaren ophield en vervolgens naar Rome. Van daar keerde hij naar Brugge terug, waar het hem aan geen aanmoediging ontbrak, doch hij verkoos Parijs tot zijn verblijf. Bij gelegenheid dat hij zijne kunstvrienden te Rijssel bezocht werd hij aangezocht eenige portretten te vervaardigen, hetgeen hem bewoog hier zijn verblijf te nemen, waar hij ook met Maria Bougiers een huwelijk aanging. Een veertig jaren bleef hij in die plaats, welke hij slechts wilde doortrekken, wonen en overleed er den 29 December 1713 in den ouderdom van 76 jaren en werd in de kerk der Dominikanen begraven. Van Oort schilderde in den smaak van zijn vader maar vetter in de verw en met flinker penseltoets. Ook in zijn draperi in breederen stijl. Zijne compositien zijn minder rijk dan oordeelkundig, zijne figuren zijn goed geteekend en vol uitdrukking, ook is zijn koloriet uitmuntend en sweert naar dat van Anthonie van Dijck. Men vindt zijn meeste werken te Brussel o.a. de dood der H. Maagd; Jezus Christus over den dood en den tijd zegepralende; de bekeering van St. Hubertus en eene Aanbidding in de kerk St. Sauverne te Brugge. Zijn portret door Fouquet vindt men bij Descamps.
Zie Immerzeel, t.a.p. Kramm, t.a.p.