[Johannis Baptista Ooms]
OOMS (Johannis Baptista) licentiaat in de godgeleerdheid, pastoor van St. Bavo te Gent, kanunnik en aartspriester derzelfde kerk. Hij nam bezit dezer laatste waardigheid 18 Junij 1694. Hij was neef van Cornelius Ooms, die in den aanvang dezer eeuw het ambt van deken der cathedrale kerk van St. Baafs bekleedde, en zoon van Hendrik en Elisabeth Claes Johannes Ooms werd te Geel in de Kempen geboren en overleed aldaar den 24 Julij 1710 ten huize zijns broeders. Zijn stoffelijk overschot werd in de groote parochie kerk zijner geboorteplaats ter aarde besteld.
Hij gaf drie werken in het licht, die, naar den smaak zijner eeuw geschreven, meermalen werden herdrukt. Het eerste was het leven van van O.L. vrouw naar apocryfe bronnen, vooral naar Nicephorus, door Paquot wegens den inhoud gelaakt, door Blommaert wegens den stijl niet onverdienstelijk genoemd.
De titel luidt:
Verclaringhe van het leven ende mysterien van der Alderheylighste Maghet ende Moeder Godts Maria. Midtsgaders van de andere principaalste feestdaghen van de H. Kercke, ende tyden van devolie, dienstigh om wel te vieren ende de vruchten daer uyt te rapen, ende het geheel jaer devotelyck over te brenghen. Ghendt 1705, 1706, 8o. 1710, 1711 in 3 d., 1715 4e dr. 3 d. 6e dr. merkelijk verbeterd bij Michiel de Goesin 1744 2 d. 8.
Godtvruchtigh Ecclesiastyke Theologie van de deughden, ghetrocken uyt de Heylighe Schrifture ende Heylighe vaders, principalyck uyt de twee honinghvloeyende leeraers, S. Augustinus ende S. Bernardus. Ghendt 1708 3 d. 4o.
Leven van de edele jouffrouw Francisca Taffin, woonderbaer soo in de maeghdelycken, houwelycken als weduwelycken staet, nae maels Justelder en eerste Eerweerdighe Moeder der Religieuse Penitenten, gezeidt capucinerssen. Gend 1717, 1721. 12o.
Zie Sanderi Flandr. Ill. T. I p. 241; Sweertii Necrol. p. 90; Paquot, Mém. T. Il 644, 645: Blommaert Nederd. schrijvers van Gend bl. 317, 318.