[Odelard]
ODELARD. Volgens een sprookje leefde er in de 13e eeuw een zeker vermogend man, genaamd Odelard, die aan melaatschheid lijdende, op zekeren tijd te drinken vroeg. Zijne dochter nam een drinkschaal, spoelde die om en gaf haren vader te drinken. Nadat hij gedronken had, spoelde zij de schaal andermaal om, en het maagdelijn dronk insgelijks; doch die handelwijze mishaagde Odelard': het hinderde hem dat zijne dochter zwarigheid maakte om den beker, door hem zoo even gebruikt, ongereinigd aan den mond te brengen, en daarom vertoornde hij zich, onterfde zijn kind, en gaf al zijn goed aan de abdij van St. Geertrui te Nyvelles. Op die wijze kwam ook de drinkschaal van Odelard naar die abdij en begon men, vooral onder de vorsten en edellieden, de gewoonte aan te nemen om daar ter plaatse de patera Nivellensis (de schaal van Nyvelles) te gaan drinken. Men vindt eene afbeelding dier schaal in Vitae St. Gertrudis, abbatissae Nivillensis Brabantiae, tutelaris historicae narrationes tres. Nuno primum in lucem erutae, cura et studio Josephi Gerolfi Ryckel ab Oirbeeck, Abbatis St. Gertrudis Lovaniensis. Lovanii 1632 4o.
Zie Scriverius, Toctsteen bl. 263, Alkemade, Nederl. Displegt, bl. 208 L'image de la noblesse de Sainte Gertrude et de ses parens par Rebreviette, sieur des Escoeuvres, Paris 1612
Chr. v.h. Hist. Genoots. D. II, bl. 324, 322.