Erasmus van hem bewaard. In de galerij van Windsor vindt men zijne Twee vrekken, volgens Pilkington, een zijner beste schilderijen. Er worden 69 stuks schilderijen van hem vermeld. Ook als smid was Matsijs beroemd. Onderscheidene door hem vervaardigde ijzerwerken zijn van hem bewaard gebleven, o.a. de pomp bijna tegenover de O.L.V. kerk te Antwerpen. Dit meesterstuk zou alleen met den hamer zijn bewerkt. Ook schrijft men hem de graftombe van Eduard IV, koning van Engeland, in de kapel van het kasteel te Windsor, toe. Zulks wordt echter door anderen betwijfeld, gelijk ook zijn regt op het in 1856 te Antwerpen gevonden ijzer verguld beeldje, Salius Brabo voorstellende. Ook beoefende hij de stempelsnijkunst en is de maker van eene medaille met het toonbeeld van Erasmus, waarop het jaartal 1519. Erasmus gewaagt in zijne brieven dat Matsijs zijn beeldtenis in metaal heeft vervaardigd. Ook bragt hij haar op doek. Hij is tweemaal gehuwd, eerst met Alyt van Tuylt bij wien hij zes kinderen verwekte en vervolgens met Catharina Heijens, die hij met drie zonen, als weduwe naliet. Hij stierf niet, zoo als van Mander wil, in 1529, maar leefde nog den 8 Julij 1530, was echter den 12 Oct. 1531 niet meer in leven.
Hij werd op het Karthuizer-kerkhof begraven. Honderd jaren later (1629) werd zijn gebeente in plegtigen optogt van daar naar de O.L. Vrouwe kerk gebragt en bij den voet der torens onder een blaauwe zerk met een bondig deftig epitaaf in gulden letters ter neêr gelegd. Zijn portret vindt men in de galerij te Florence, zoo als het ook in gravure uitgaat, met het vers van Lampsonius, waarna ook dat bij van Mander (uitg. de Jongh) is genomen. Quintijn Matsijs is meermalen het onderwerp der schilderkunst en poezy geweest en zijn leven heeft de stoffen voor meer dan een historisch verhaal opgeleverd.
Zie, behalve de bekende schilderwerken van van Mander, Houbraken, J.C. Weijerman, Immerzeel, Lev. en werk. d. Holl. en Vl. Kunstsch. D. II. bl. 215; Kramm, Leven en werk. d. Holl. en Vl. Kunstsch. D. III. bl. 1075, volgg.; Michiels, Hist. de la peauture Flam. et Holland, T. IV. p. 384; Le Comte, Konstkabin, D. II. bl. 8; Guicciardijn. Beschr. d. Nederl. bl. 60; De Antwerpschen Protheus, ofte den Cyclopischen Apelles, dat is: het leven en constrycke daden des uitnemenden ende hooghberoemden Mr. Quintyn Matsys etc. Midsgaders beschryvinghe syner voortreffelycke werken na door A(lexander) v(an) F(ornebergh) schilder Antw. 1658. m. portr.; Metamorphosis ofte wonderbare veranderingh ende leven van den vermaerden Mr. Quintyn Matsys, constigh grofsmit ende schilder binnen Antwerpen, enz. (door F. Fickaart) Antw. 1648, 8o.; Dict. Histor. i.v.; Biogr. Univ. i.v.; Hoogstraten, Kok, Kobus en de Rivecourt, i.v.; Muller, Cat. v. portr.