[Jean Masson]
MASSON (Jean), broeder van den bovengemelde, geb. omstreeks 1680 vertoefde eenigen tijd te Dordrecht, studeerde in Engeland, bezocht de voornaamste staten van Europa, tot uitbreiding zijner kennis, liet zich in Holland tot proponent aannemen, keerde naar Engeland terug, waar hij van rijke geschenken werd voorzien, en stierf in Jan. 1750 volgens den een aldaar, volgens den anderen in Hloland.
Hij hield zich lang in Holland op en was met zijn broeder Samuel, redacteur van l'Histoire Critique de la république des lettres.
Hij schreef:
Jani templum Christo nascente reseratum. Rott. 1700. 8o.
Lettres critiques sur la difflculte que se trouve entre Moïse et St. Elienne relativement au nombre des descendants de Jacob, qui passèrent de l'Egypte en Chanaan. Utr. 1705. 8o.
Tegen het werk van Th. le Blanc: Conciliation de Moïse avec Saint Etienne.
Noles sur les inscriptions recueillies par Gruter, in Corpus Inscript. ed. Graevio, Amst. 1707. 4 vol fol.
Q Horatii Flacci vita L.B. 1708, 8o.
Ovidii vita. Amst. 1708. 8o. in Ovidii Opera, curâ P. Burmanni. Amst. 1727. 4 vol. 4o.
C. Plinii Secundi junioris vita. Amst. 1700. 8o.
Volgens Querard was dit leven reeds gedrukt aan het hoofd der werken van Plinius, uitgegeven door Hearne te Oxford 1703.
Annus Solaris antiquus a variis in Oriente ac Asia populis et urbibus seu civile olim usurpatus, nunc tandem naturali suo ordini restitutus. Appenditur Specilegium Chronologico-historicum de cyclis Christianorum Lond. 1712. fol.
Exacte revue de l'Histoire de M. Bayle in Hist. de M. Bayle par l'abbé Revert. Amst. 1716, 12o. Men schrijft dit aan hem toe, schoon hij ontkend heeft er de schrijver van te zijn.
Notes sur les médailles des rois de la Camogène in Tesoro Britannico van Haym. Lond. 1719-20, 2 d. 4o.