directeur van Z.M. zeemagt in Oost-Indie. Zijn kommandement duurde van 1 Mei 1827 tot 31 Maart 1830. Hij bewees gedurende hetzelve belangrijke diensten, en voerde groote verbeteringen in. In 1830 werd hij in deze betrekking opgevolgd door den kapitein ter zee, Waardenburg, en hij, tijdens de verwikkelingen met Belgie, benoemd tot kommandant van de 3e afdeeling onzer linie van defensie te water, vervolgens genoot hij eenige maanden op non-activiteit, rust, werd den 1 April 1831 bevorderd tot schout bij nacht, in 1833 belast met eene Commissie bij het Koninklijk instituut der Marine te Medemblik, en op 1 Julij 1837 voorloopig voor 3 jaren geplaatst als kommandant en directeur der marine in het hoofd-departement van de Zuiderzee. Op den 28 December 1840 werd hij vice-admiraal, en nogmaals voor 3 jaren gecontinueerd in zijne betrekking te Amsterdam, welke functie hij 6 jaren met zijnen gewonen ijver en bekwaamheid vervulde, waarna hij onder dankbetuiging, bij besluit van 22 September 1843 werd ontslagen. Kort daarop ontving hij zijn eervol ontslag. Hierop betrok hij het klein buitenverblijf, Rusthove bij Amsterdam, vestigde zich vervolgens te Haarlem, waar hij den 4 Januarij 1861 overleed. Hij was kommandeur der Militaire Willemsorde, en van den Nederlandschen Leeuw, en had de bronzen medaille van den oorlog op Java, het metalen kruis en de medaille van St. Helena. Koning Lodewijk schonk hem in 1810 het kruis der Unie, later ontving hij dat met juweelen omzet. Zijn portret is door Pieneman vervaardigd.
Hij huwde in 1798 met Adriana van Dalen, geboren nabij Geertruidenberg in 1774 en overleden 22 Maart 1859. Zij schonk hem 7 kinderen, 5 dochters en 2 zonen. Eene dochter, Maria Bastiana Theodora huwde den kapiteinluitenant ter zee S.J. Keuchenius, die op den Melampus diende bij het bombardement van Algiers, bij die gelegenheid met de Militaire Willemsorde gedecoreerd werd en die zich later verdienstelijk maakte door de hydrographische opname onzer zeegaten. Zijn zoon Dirk Jacob de Man, gepensionneerd kapitein-luitenant ter zee, diende ook op den Melampus bij het bombardement van Algiers, en werd bij de overwinning van Palembang met de Militaire Willemsorde gedecoreerd.
Zie Militaire Spectator; Jhr. H.A. van Karnebeek, Levensschets van den Vice-admiraal A.W. de Man, 's Hage 1861, met facsimilé en portret.