nen zich daartegen verzetten, moesten zij zich daaraan onderwerpen, wordende hun toegevoegd ‘dat zij regt konden vorderen tegen het geweld, dat zij meenden hun hier te worden aangedaan, in Holland, waar hun regt zon wedervaren.’ Zij werden dan gedwongen alles te verlaten, wordende van al wat overgeleverd werd, een goede inventaris gemaakt, en werd het volk op twee schepen van de vloot van Joris Spilbergen geplaatst, welke schepen den 15 December 1616 afzeilden naar het vaderland, kort na welke afreis Jacob le Maire op het schip Amsterdam overleed, doch de dag wordt onderscheiden opgegeven, in het dagverhaal van het schip Amsterdam den 22, in de beide dagverhalen van
het schip de Eendragt den 31o, en in het bijschrift bij zijn portret, den 14o, welk laatste zeker een misslag is, alzoo het schip Amsterdam eerst den 15o afvoer. Beide schepen van de vloot van Joris van Spilbergen kwamen den I of 2 Januarij gelukkig in Zeeland aan.
Onder zijn portret leest men de volgende regels:
‘Qui freta lustravit Batavis incognita nautis,
Et non visa prius per Gallos, atque Britannos,
Ac Lusitanos Indorum nomine clarorum,
Christicolasve alios, sulcantes aequora velis,
Sic non Lemaerius ora ferebat.’
Van deze reize werd een journaal op naam van Willem Cornelisz. Schouten, in 1622 te Amsterdam bij den boekverkooper Willem Jansen, uitgegeven, hetgene hetzelfde schijnt te zijn dat men vindt in het 2o deel der reizen, uitgekomen onder den titel van Begin en vooruitgang der Nederlandsche Oost-Indische compagnie, dat ook in het Latijn en in het Fransch werd overgezet met deze titels:
Diarium itineris facti a Guil. Cornelio Schouten, Hornano, annis 1615, 1616, cum a parte Australi freti Magellanici novum ductum aut fretum in magnum mare detexit totumque ortem cireum navigavit, cum fig. Amsterd. 1648, 4o. en Journal du voyage de Guillanme Schouten. Amsterd. 1618, 4o., Amsterd. 1726, 2 vol. 12o, doch vervolgens kwam er een ander verhaal dier reize uit, onder den volgenden titel:
Spieghel der Australie Navigatie, door den wijd vermaarden ende cloeckmoedighen zeeheldt Jacob le Maire, president ende overste over de twee schepen, de Eendragt ende Hoorn, uitghevaren den 14 Junij 1615. Amsterd 1622. fol. met de volgende werken: West-Indiën, beschreven van Antoni de Herrera ende Pedro de Ordonnes de Cevallos; - Voyage van capiteyn Don Joan de Moré, door de straat le Maire; - Verscheyden relatien van die geene die de strate Magellanes hebben ghepasseert, welk werk door Caspar Barlaeus in het Latijn schijnt overgezet en onder den titel uitgegeven van: Indiae