Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 8. Tweede stuk
(1867)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 1447]
| |
had hij met ziekte, zorg en kommer te worstelen, huwde in den bloei zijns levens een vrouw, die hem vier jaren later ontrukt werd. Twee jaren later hertrouwde hij, doch ook deze vrouw werd hem door den dood ontnomen. Toen ontdeed hij zich van zijn winkel in Zeeland om, met minder last, koophandel te Amsterdam te drijven. Ook hier ging het hem niet naar wensch. Zijne moeder, die zijn huis onderhield, en zijn dochtertje ‘'t zachte gezelschap zijner eenzaamheid’ stierven; een juffer, die hem tweemalen het jawoord gegeven had, werd hem ontrouw. Dat laatste onheil gaf hem aanleiding tot het vervaardigen van gedichten die hij op eigen kosten te Amsterdam, in 1694 in 8o., in het licht gaf met dezen titel: Godvruchtige liefde, strijd en heerlijke overwinninge van het zaligmakende geloof; de bindinge des Draaks en oude slange, de duizendjarige regering Christi, en het nieuw Jeruzalem op der aarde; mitsgaders Gogs en Magogs strijd en het oordeel Gods in het dal van Josafat, beschreven in Gedichten. In de voorrede berigt hij ‘dat hoewel op zijn verwagting de verwagte zake niet gevolgt is, hij echter eene beweging in zijn gemoed heeft gehad, waaruit hij verkregen heeft een gave, om welke hij 't aller volmaaktste huwelijk zoude verachten: een gaaf, die hij nooit geweten heeft, dat een mensch op de werelt, noch in 't leven zijnde, zoo groot verkrijgen zoude... ‘De trouwdag van de jonkvrouw is mij geweest die groote dag van overwinning, dien ik roem, en ook waarlijk is die groote dag des Heeren.’ Behalve verscheiden lange gedichten, die de zegepralende dichter Hulsius aan zijne ontrouwe H.B. schrijft, vindt men telkens een Fransch gedichtje tot een toegift, doch zijn Triomfzang (Chant de Triumphe) is geheel in 't Fransch. P. Rabus prijst dit gedicht in zijne beoordeeling van dit wetk in Boekzaal van Europa Julij en Aug. 1624, bl 137.
Zie van der Aa, Nieuw Biogr Anth. Crit. Woordenb., o.h.w.; Het leven van Paulus Hulsius voor zijne Verklaring van den Brief van den Apostel Paulus aan de Hebreën, uitgegeven door J. Weltebrun, Rotterdam 1725. |
|