om deze uitlating, te kunnen beroemen eene martelares der vrijheid te zijn geworden.’
De moeder van haar, op wier naam het libel het licht zag, keurde de handelingen der dochter af en verzocht (reeds op den 5 April) aan schepenen te Amsterdam, bij request, het 23jarig meisje als gek te mogen laten vastzetten; het request werd ‘uitgegeven zonder dispositie.’ De moeder had inmiddels de dochter aan de justitie trachten te onttrekken; maar deze gaf kennis aan den officier dat zij zich bevond in den woonkelder van Jan Thijsten, op de Brouwersgracht, de tweede kelder van de Heerengracht. De officier, die wel gewenscht had dat zij voor gek werd verklaard, om bevrijd te blijven haar te actioneren, vroeg en kreeg echter decreet van apprehensie; maar zij was ontvoerd. Een rijtuig met vier paarden had haar afgehaald des nachts ‘geassisteerd met eenige heeren, welke vliegend hard hadden doen rijden.’ Zij werd echter den 14 April gearresteerd. Men had haar gebragt te Rhenen, in het graafschap Loor, in of bij het Bentheimsche; doch zij had zich bij den regter vervoegd, en was onder geleide getransporteerd tot over de grenzen, waarop zij over Deventer en Harderwijk te Amsterdam terugkwam.
Daar vertoonde zij zich opentlijk en de justitie nam haar in hechtenis. Bij verhoor verklaarde zij soms ongehouden te zijn op deze of gene vraag te antwoorden.
Het werken in 's lands verderf bragt zij t'huis o.a. op het heffen van het regt van patent, omdat dit den gemeenen man drukte. De raadpensionaris werd weder met den stand der zaak bekend gemaakt. ‘Zijne excellentie deed de arrestatie zeer leed en bleef wel steeds in de gedagte, dat hij den loop der justitie niet wilde entraveren, doch achtte het zeer wenschelijk, zo voor de publique opinie als voor hemzelven, wanneer de zaak zo zagt kon aflopen, dat de ouders of nabestaanden van het meisje eenvoudig gelast werden om haar te doen bewaken, voor de nadeelige gevolgen die eene zoodanige geëxalteerde verbeeldingskragt kon te weeg brengen.’ De historie werd door den raadpensionaris als zeer facheus beschouwd.
Er bestaat eene Engelsche overzetting van dit geschrift.
Ook verscheen in 1817 te New-York:
M.A. Hulshoff, Peace Republicans Manual, or the french Constitution of 1793.
Zie van Limburg Brouwer, Leven van Wisolius, bl. 167; Navorscher, D. X. bl. 6, 119, 266.