[Dyrcz van Huesden]
HUESDEN (Dyrcz van) priester te Utrecht, vergrootte de kapel van St. Maartens gasthuis buiten de Weerd en maakte er een kerk van, onder voorwendsel dat het de inwoners van de Weerd bij wintertijd en kwaad weer te lastig viel in de stad te gaan, om in de St. Jacobs kerk de sacramenten te ontvangen, want in een kapel, eigentlijk slechts een bidplaats zijnde, werden zij niet bediend. De bisschop, David van Bourgondien, die reeds in 1466 vergund had, dat in deze kapel op een gewijd draagaltaar missen mogten gelezen worden, verhief haar in 1480 tot een kerspel kerk, en zulks baarde moeijelijkheden. De stad kantte er zich hevig tegen aan, aangezien zij voorzag dat dit noodwendig ten nadeele van de parochie kerk van St. Jacob moest strekken, waartoe de buren van deze vooral behoorden. Dit had ten gevolge, dat het besluit ingetrokken werd, nadat men zich eerst aan hevige geweldenarijen had schuldig gemaakt. Later werd deze kapel gesloopt.
Zie Burman, Utr. Jaarb., D. III. bl. 289, 290, 323, 445, 447; van Rijn, Aanteek. op van Heussen Utr. Bisdom, D. II. bl. 159; Allan, de stad Utrecht en hare geschiedenis, bl. 97, 98.