[Hendrik Christiaan van der Houven]
HOUVEN (Hendrik Christiaan van der), zoon van Johannes Henricus, predikant te Nieuw-Beijerland, en van Elisabeth van Gennep, werd aldaar den 26 November 1773 geboren, en overleed te 's Hage, op het huis ter Noot, den 9 December 1852.
Hij begaf zich vroegtijdig naar Rotterdam, om zich aan den koophandel toe te wijden, en slaagde daarin bij uitnemendheid. Gedurende het bestaan van de regtbanken van koophandel werd hij daarvan president, terwijl bij de oprigting der Nederlandsche handelmaatschappij de keuze van zijne majesteit Willem I zich op hem, als directeur dier maatschappij voor Rotterdam, vestigde. Niet dan noode voldeed hij aan die roepstem, omdat hij aan Rotterdam, met zijn gezin, door zoo vele banden van vriendschap en bloedverwantschap verbonden was. Eenmaal echter te 's Hage, en ofschoon daar zeer tot zijn genoegen, ijverde hij onophoudelijk voor de verplaatsing der handelmaatschappij naar Amsterdam, vermits hij het voor de belangen dier inrigting onbestaanbaar beschouwde, dat zij hare werkzaamheden niet onmiddelijk ter plaatse uitoefende, alwaar handel gedreven werd. Opvolgend staatsraad in buitengewone dienst, lid van de eerste kamer der staten generaal, commandeur der orde van den Nederlandschen leeuw, verwierf hij inzonderheid als president der Nederlandsche handelmaatschappij eene zeldzame mate van achting, goedkeuring en vertrouwen gedurende vele jaren. In een bijzonder berigt omtrent hem in het Dagblad van 's Gravenhage, van 13 December 1852, dat in het algemeen omtrent zijne verdiensten en edele hoedanigheden, lezenswaardig is, vindt men aangeteekend, dat hij het was die voor het eerste jaar de balance der Nederlandsche handelmaatschappij opmaakte, dat meesterstuk van naauwkeurigheid, zooals van Ouwerkerk de Vries, die noemde in zijne Verhandeling over den Nederlandschen koophandel, Haarl. 1827, bl. 238 en 239. In den handel, in het verband van Java met het moederland, zag hij voor beiden bronnen van welvaart en voor-