[Jarich van Hottinga]
HOTTINGA (Jarich van) zoon van Hero van Hottinga en Tiets van Harinxma thoe Heeg. Hij betoonde zich zeer ijverig in de dienst van den hertog van Saksen, onder anderen door met Hessel van Martena en de Franekers in 1496 Harlingen voor hem in te nemen; ook was hij twee jaren later bij den togt naar Bergum met Douwe Rommersma, grietman van Franekeradeel; tot belooning kreeg hij zitting in het hof. Hij behoorde in 1515 onder de 60 edellieden die den eed van huldiging aan Karel V aflegden. In hetzelfde jaar was zijn huis te Wommels door eene Geldersche bende belegerd en bij verdrag ingenomen, bij welke gelegenheid hij in het gewaad van een Saksischen soldaat ontsnapte. Aan het hoofd der ingezetenen van zijne grietenij Hennaarderadeel was hij bij het leger van Gosbok van Jongere, hetwelk in 1523 Bolsward belegerde en die stad uit naam van den keizer opeischte.
Hij huwde Eelk Heslinga. Zijne vrouw overleed in 1545.
Zie Gabbema, Verh. van Leeuw., bl. 197, 239; Oco Scarb., bl. 404, 458; Winsemius, Chron. van Friesl., bl. 422; Sminia, N. Naaml. van Grietm., bl. 242.