Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 8. Tweede stuk
(1867)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 1291]
| |
ler en Willem Hosman verdienen in Nederlands geschiedrollen eene plaats naast de Claassens en van Speijks, want liever dan levend in de handen des vijands te vallen verkozen zij den heldendood te sterven, en dien dienstbaar te maken aan hunne krijgsbroeders. Na de landing der Engelschen op Java den 4 Augustus 1811, en twee dagen voor de bestorming van het versterkt retranchement te Meester Cornelis, den 26 Augustus daar op volgende, hadden de majoor Muller en kapitein Hosman daarvan de verzekering en belofte gegeven, en zij hebben woord gehouden, want nadat hunne redoute Nr. 2 voor de overmagt des vijands had moeten zwichten en de Engelsche kolonel Gibs met een gedeelte van de grenadier kompagnien van het 14de, 59ste en 69ste Engelsche regiment zich voor en binnen de redoute Nr. 2 bevonden, staken de twee helden den rooden haan in het kruid magazijn, waardoor drie kapiteins der Engelschen benevens een aantal manschappen den dood vonden en vele officieren en soldaten zware wonden bekwamen. Majoor Muller en kapitein Hosman waren oude officieren van het Indische leger. In het jaar 1802 vinden wij den eersten als kapitein van eene kompagnie veldartillerie, en den tweeden als 2de luitenant bij hetzelfde wapen. Het lijdt geen twijfel, dat, indien de bevelhebber Janssens slechts eene magt had gehad, eenigzins in kracht evenredig aan die der Engelschen, in plaats van die zoo slecht zamengestelde, voor negen, tiende gedeelten uit inlanders bestaande armee, in dat geval de heldendaad van Muller en Hosman tot eene overwinning der onzen en eene verdrijving der Engelschen zou geleid hebben, daar het echec bij de redoute Nr. 2 geleden als voor een oogenblik hun aanval scheen geparaliseerd te hebben.
Particulier berigt. |
|