bederf van 't vaderland strekken moest.’ Burgemeester Hooft had weinig gelegenheid te doen blijken hoe hij zich, na den vrede, omtrent den prins dacht te gedragen. Hij overleed 12 December 1678, ruim twee maanden na zijn gesprek met Temple.
Temple verhaalt nogthans dat hij in dezen korten tusschentijd te weeg bragt: ‘dat de groote en agterdochtige stad veel meer vertrouwen kreeg op den prins van Oranje en op deszelfs gansche beleid in staatszaken.’
Hooft huwde 1. Agatha Hasselaer, dochter van Dirck Pietersz. Hasselaer en van Brechje Schoterbosch, gestorven 13 Februarij 1664; 2. Maria van Walenburgh, dochter van Pieter van Walenburgh en van Geertruijd Laurensdr. de Lange, vrouw van Oud-Karspel, Schooten, Schoterbosch en Koedijk. Bij deze had hij geen kinderen, doch bij zijn eerste, Brechje, geb. 7 Nov. 1640, gehuwd met Herman van de Poll, secretaris van Amsterdam; mr. Hendrik; Geertruid, gehuwd 1. met Theodoor Brasser, buitengewoon gezant naar Engeland; 2. Frederik Ram, heer van Hagedoorn, kolonel in staten dienst; mr. Dirk, in 1672 commissaris der stad Amsterdam, stierf ongehuwd; mr. Gerrit, geb. in 1635, gehuwd met Elisabeth Gheel; Hansje, gehuwd met mr. Cornelis van Banbeeck, secretaris en burgemeester van Amsterdam; Jan, ongehuwd gestorven; Isabella, gehuwd met mr. Jacob Hop; Willem, gehuwd met 1. Maria de Witt Jansdr.; 2. Adriana Verburgh Nicolaasdr. Hoofts portret vindt men in het XVIde deel van Wagenaars Vad. Hist.
Zie Wagenaar, Vad. Hist., D. XIV bl. 204, 205; Beschrijv. van Amst., D. V. bl. 307, 349, 354, 359, 360, 363, D. VI. bl. 25, 31; Temple, Memoirs, p. 585, 586, 636-640; Vervolg op 't Leven van de Groot, bl. 76; Valckenier, Verw Europa, D. I. bl. 647, 706; Brandt, Lev. van Hooft, bl. 2; Scheltema, Staatk. Nederl., o.h.w.; van Kampen, Vaderl. Karakterk., D. II. bl. 255; Muller, Cat. van Portr.; Partic. Berigten.