[Mr. Gerrit Hooft]
HOOFT (mr. Gerrit), burgemeester van Amsterdam, zoon van mr. Hendrik Hooft, heer van Oude Carspel, Koedijk en Schoterbosch, en van Aagje Hasselaer, werd in 1637 (volgens anderen 25 Julij 1649) te Amsterdam geboren, in 1672 pensionaris, 1673 secretaris, 1679 schepen, 1680 raad, 1708 burgemeester te Amsterdam, 1678 bewindhebber der O.I. Compagnie aldaar, gecommitteerde ter vergadering der staten van Holland, in 1685 in ambassade naar Engeland. Hij is vermaard geworden in 's lands geschiedenis door zijn aandeel in de geschillen tusschen den prins van Oranje en de stad Amsterdam over de werving van 16000 man tot ondersteuning der Spaansche regering (1683) en de onderhandelingen met den graaf d'Avaux (1684). Hij was gewoon afgevaardigde ter dagvaart van Holland, benevens Joan Huydecoper en den pensionaris Jacob Hop, toen de stadhouder den onderschepten brief van d'Avaux in de vergadering van Holland bragt. Hij moest haar met Hop verlaten en zich, zoolang de raadpleging duurde, in 't vertrek der staten begeven. Anderhalf uur later traden zij, zonder geroepen te zijn, de vergadering weder binnen. De papieren van Amsterdam en 's Hage werden verzegeld, de heeren van Amsterdam beschuldigd van 't land aan Frankrijk verkocht te hebben. Het regende geschriften voor en tegen de stad, die zich tegen geweldige ondernemingen begon te wapenen. Eindelijk werden de papieren ontzegeld en stemde de stad in den staat van oorlog. Hooft heeft zich moedig in deze verwikkeling gedragen, gelijk ook Oudaen in zijn gedicht op het huwelijk van Izabella Hooft, zuster van mr. Gerrit Hooft, vermeldt.
Hij huwde Elisabeth van Gheel, dochter van Daniel Joansdr. van Gheel, vrijheer van Spanbroek, Zuidermeer en de Zandwerven, en van Johanna Boom Cornelisdr. Hij stierf 1717, zij Jan. 1700, nalatende Agatha Hooft, 17 Junij 1704 gehuwd met Aegidius van Bempden, raad, schepen en (1719) burgemeester te Amsterdam, bewindhebber der O.I. Compagnie, Daniel Hooft, Hendrik Hooft, Johanna Hooft, geb.