te Middelburg 1 November 1764, bestaat een gedenkpenning. Zijne geschilderde afbeelding met die van zijne vrouw, keurig in was geboetseerd, en andere authentieke stukken, zijn, door tusschenkomst van dr. Wap, door de laatste verwante te Utrecht aan 's rijks muntcollegie ten geschenke gegeven.
Hij liet na: Joan George (die volgt); Martinus, 17 December 1737 te Amsterdam geboren, sedert 1764 opvolger zijns vaders als muntmeester van Zeeland, overleden te Middelburg 25 Maart 1788; gehuwd met Petronella Slob, zuster van Esther, de echtgenoot van zijn broeder, geboren te Rhenen 10 Maart 1750, overleden 9 April 1822 te Grave; Catharina, ongehuwd te Middelburg overleden.
Martinus liet na: Martinus, geboren te Middelburg 11 September 1776, overleden in Engeland 1801. Hij bleef ongehuwd en zou, indien de munt niet opgeheven was geworden, zijn vader als muntmeester zijn opgevolgd; Judith Hester Catharina, geboren te Middelburg 15 Januarij 1778, gehuwd 31 October 1799 met Engelbert Hendrik Pepersberg, geboren in de plantaadje Engelrust op Essequebo 15 December 1769 en aldaar kinderloos overleden 27 September 1803; Nicolaas Slob- Holtzhey, geboren te Middelburg 28 Maart 1784, overleden op de plantaadje Engelrust op Essequebo 28 Julij 1800, ongehuwd; Maria Cornelia Margaretha, geboren te Middelburg 31 October 1786, overleden 14 Maart 1835 te Appingadam en gehuwd met Gerrit Hollaer van Gote, geboren te Middelburg 13 Februarij 1776, overleden te Appingadam 20 Mei 1838. De kinderen uit dit huwelijk zijn overleden.
Zie Immerzeel, Lev. en werk. der Holl. en Vlaams. Kunsts., D. II. bl. 46, Kramm, Lev. en werk der Holl. en Vlaams Kunsts., D. III. bl. 716, 717; Dr. Wap, Astrea 1854, bl. 194, 195, 1856, bl. 21 volgg.; Vervolg op van Loon, Ned. Historie penningen, door de 2de Klasse van het Kon. Nederl. Inst. uitgegeven, St. V fol. Amst. 1848; Vaderl. Letteroef. voor 1849, Nr. 3, bl. 121; Notulen der Staten van Zeeland, bl. 314, 315; Nederl. Jaarb., D. I. bl. 941, D. II. bl. 53, 184, 428, D. VII. bl. 14.