[Dirk van Hogendorp]
HOGENDORP (Dirk van) raad der stad Rotterdam, rentmeester der publieke kerken, werd in 1748 met andere leden van de wethouderschap afgezet. Hij huwde zijne nicht Catharina Wilhelmina van Hogendorp, dochter van Gijsbrecht van Hogendorp en Catharina Margaretha Beck. Deze Gijsbrecht was vrijheer van St. Janssteen en Hofwegen, drossaard van Steenbergen en later ontvanger generaal der Unie. Hij stierf in 1759. Hij werd door keizer Karel VI voor alle zijne nakomelingen in den gravenstand des H. Rijks verheven.
Hij gaf in het licht:
Verhandelingen der Lijfstraffelijke misdaden en haar berechtingen, naar 't voorschrift des gemeenen Rechts, getrokken uyt de schriften van den Heer B. Carpsovius R.G., in de Nederduitsche spraak overgebragt, Rott. 1752, 2 d. 4o.
Zie Beroerd Nederl., D. III. bl. 87, 80; Nederl. Jaarb 1748, bl. 978, 983; Protest van sommige Rotterd. Burgeren over eenige beschuldigingen de Rotterd Regenten ten onregto aangedaan; Abcoude derde aanhangsel van Ned. Boeken, bl. 68.